Dat blijkt uit de International Mathematics and Science Study (Timss) die dinsdag in Boston is gepubliceerd. Dit onderzoek is in 2007 voor de derde keer gehouden onder leerlingen van negen en tien jaar in 36 landen. Ze zijn getest op hun kennis van rekenen en natuuronderwijs.De Universiteit Twente (UT) onderzocht de Nederlandse situatie. De UT toetste 4300 scholieren in groep 6. Van hen haalde 2 procent het laagste kennisniveau in rekenen niet en slechts 7 procent van de leerlingen bereikte het hoogste rekenniveau. In Singapore was dat aanzienlijk hoger. Daar behaalde bijna de helft van de leerlingen het hoogste niveau.

Volgens de onderzoekers hebben Nederlandse leerlingen vooral moeite met geometrische vormen en meten. Deze onderwerpen komen in groep 6 ook het minst aan bod.

Verder noemen de onderzoekers het lage niveau van allochtone meisjes zorgelijk. Hun rekenprestatie is 32 punten lager dan die van allochtone jongens en 51 punten lager dan die van autochtone meisjes.

Leerlingen krijgen per week gemiddeld bijna vierenhalf uur rekenles. Dit is sinds 1995 nauwelijks veranderd. Het percentage leerkrachten dat leerlingen tijdens de rekenles geen rekenmachine laat gebruiken, is gedaald van 71 procent in 1995 naar 49 procent in 2007. Leerkrachten zijn minder bijscholing voor rekenonderwijs gaan volgen.

Op het gebied van de kennis van natuuronderwijs is Nederland uit de top tien gevallen. De Nederlandse prestaties zijn niet minder goed dan in 1995, maar andere landen zijn beter geworden.

Samen met Oekraïne besteedt Nederland de minste tijd aan natuuronderwijs. Vanuit dat perspectief is de Nederlandse score opvallend hoog.