Belaagd vanuit de struiken
Al jaren is de verstandhouding tussen twee buren gespannen. Een vindingrijke rechter probeert een bemiddelingspoging, maar tevergeefs.
„Kijk, daar komt hij.” In de hal van de Utrechtse rechtbank tonen meneer en mevrouw G. met een laptop videobeelden van hun tuin. Plotseling duikt uit de struiken een man tevoorschijn die schichtig omhoogkijkt. Dan steekt hij het pad over, de tuin in van de familie G. „Onze buurman”, zegt het echtpaar. Ze treffen hem bij de rechtbank, voor de derde keer.Kort na hun verhuizing in 2000 verdwenen er spullen uit hun woning. Hun auto’s raakten beschadigd, de schuren werden beklad. Om het terrein in de gaten te houden, besloot het echtpaar camera’s te installeren. „Al bij de eerste opnames was het raak”, zegt G., „de buurman spookte rond op het erf.”
De burenrelatie bereikte een dieptepunt toen G., een jaar na de verhuizing zijn tuin ging restylen. Een stuk van het pad naar de openbare weg maakte plaats voor grasveld en grind. Op dat moment riep de buurman de erfdienstbaarheidsregeling in herinnering. Hij eiste herstel van de oude situatie, omdat zijn recht op overpad was ingeperkt. Uit de slepende procedure kwam hij als winnaar tevoorschijn. „Ik heb alles weer in de oude staat teruggebracht, maar het hek was al van de dam”, zucht meneer G., nog altijd in de hal.
Wat volgt, is een ijzingwekkend relaas; over een buurman die de villa ’s avonds en ’s nachts vanuit de struiken beschijnt met een zaklamp, langs de woning loopt met een stok, de schuur beplakt, auto’s vernielt en planten beschadigt. Beide partijen bestoken elkaar over en weer met aangiften. De buurman klaagt over de kinderen -een van hen heeft leukemie- die met een auto het bos zouden vernielen én over de camera’s die zijn privacy zouden aantasten. Het echtpaar maakt melding van stalking, bedreiging, vernieling en huisvredebreuk. Ten langen leste vluchten ze voor enkele maanden naar een nabijgelegen dorp.
Na hun terugkeer rijdt de buurman mevrouw G. aan met zijn auto. Met een stok gaat hij haar te lijf, waarna ze met een gebroken hand in het ziekenhuis belandt. In hoger beroep veroordeelt het gerechtshof de woesteling tot 1000 euro boete en een voorwaardelijke celstraf van twee maanden wegens mishandeling. „Toen begon het pas echt”, zucht G. terwijl hij foto’s van vernielde struiken en beschadigde auto’s toont.
Een nieuwe strafzaak volgt, waarbij de buurman op de zitting een deel van de nieuwe ten laste gelegde feiten, zoals het schijnen met een zaklamp en het langs de woning lopen met een stok, toegeeft. De makelaar die het huis van het echtpaar probeert te verkopen, heeft hij opgejut de perikelen rond zijn persoon breed uit te meten. „Potentiële kopers moeten toch weten wat voor monster ik ben?” sart hij.
De rechter stelt voor dat het echtpaar eerst probeert het huis binnen een halfjaar te verkopen. Een onafhankelijke notaris zal een regeling opstellen, waarin wordt vastgelegd dat de buurman de nieuwe eigenaren op straffe van dwangsommen niet tot last zal zijn. In een mum van tijd torpedeert de buurman het plan. Een achterbuurman heeft een stuk bosgrond dat hij wil ruilen met het weiland van het echtpaar. Het echtpaar kan die grond krijgen, zo regelt de buurman, als G. eerst zijn huis sloopt en de rest van zijn tuin van bijna een hectare voor 50.000 euro aan die achterbuurman verkoopt.
Na de termijn van een halfjaar doet de rechter uitspraak. Het echtpaar oogt radeloos, de buurman zelfvoldaan. Belaging, erfvredebreuk en vernieling acht de rechter bewezen. In de videobeelden die het echtpaar in de hal laat zien, heeft de rechter geen interesse. Zijn voorstel is mislukt, hij wil uitspraak doen.
Tot ontzetting van de familie blijkt de voorwaardelijke straf die hun belager eerder kreeg opgelegd wegens slordigheidsfouten van het hof niet uitvoerbaar. De schadeclaim van het echtpaar vindt de rechter te ingewikkeld om er in een strafproces over te oordelen. „Begint u een civiele zaak”, is zijn advies. Voor de nieuw bewezen feiten wil hij geen gevangenisstraf opleggen, „omdat de strijd daarmee opnieuw zal oplaaien.” Het gevolg: de stalkende buurman komt weg met een werkstraf van veertig uur en een maand voorwaardelijke celstraf, met een proeftijd van een jaar.