Binnenland

Afkeer van zedenprekerij

Alle coffeeshops op slot, zoals het CDA wil? Coffeeshopbaas Michael Veling uit Amsterdam vindt het pleidooi niet meer dan een „hypocriet verhaal” om de achterban te paaien. „Stop met dat moralistische gezever over een stickie.”

J. Visscher Coffeeshopbaas: Een mens wil nu eenmaal zijn pleziertje
5 December 2008 20:19Gewijzigd op 14 November 2020 06:51
Jointroker in Amsterdam. Foto ANP
Jointroker in Amsterdam. Foto ANP

Met zijn shag binnen handbereik en blowende jonge mensen aan tafeltjes om hem heen trekt Michael Veling ten strijde tegen hen die paal en perk willen stellen aan het gedoogbeleid in Nederland.Furieus was de Amsterdamse Bond van Cannabisdetaillisten, waarvan Veling bestuurslid en woordvoerder is, toen onlangs ruim veertig hoofdstedelijke coffeeshops binnen een straal van 200 meter van scholen te horen kregen dat ze de deuren moeten sluiten. Ook Veling zelf moet op termijn stoppen met de cannabisverkoop.

Voorzitter Jacobsen van uw bond noemt het besluit een uitvloeisel van „christelijk terrorisme.”
„Ik zou dat woord zelf niet gebruiken. In zekere zin kan ik het billijken dat christelijke partijen vanuit profileringsdrang een oproep doen om de coffeeshops te sluiten. Met ratio heeft het echter niks te maken. Een partij als het CDA wil bij tijd en wijle zijn traditionele achterban bedienen; mensen uit een dorpsomgeving waar geen homo, neger of coffeeshop te vinden is. Maar die zedenprekerij, dat aanhoudende pseudomoralisme, begint nu wel stuitend te worden.”

Het is toch prijzenswaardig dat de overheid de strijd met schadelijke drugs aangaat?
„Ik verzet me tegen het gezever over een stickie. Blijf de boel in proporties zien. Legale roesmiddelen als tabak en alcohol veroorzaken veel meer problemen. Er sterven duizenden mensen als gevolg van het roken. Alcohol in het verkeer leidt jaarlijks tot 500 doden. Hallo?! Vijf-hon-derd doden. En wat is dan het verhaal binnen het CDA? Die genotsmiddelen zijn ingebed in onze cultuur. Wat een schijnheiligheid.”

Alcoholmisbruik en roken zullen funest zijn, mee eens. Maar dat betekent toch niet dat de overheid drugsbezit maar ongemoeid moet laten?
„We zijn een land van mietjes geworden, waar geen echte problemen meer zijn. We hoeven niet te strijden voor lijfsbehoud. Kerk en moskee staan in één straat, maar we gaan toch netjes met elkaar om. Daarom gaan we problemen zoeken. Dan komt die coffeeshop als een bootje op de woelige baren bovendrijven. Laten politici zich liever druk maken over zaken die er meer toe doen. Denk aan het onnodige gebruik van miljoenen pillen, netjes in doosjes verpakt.”

U vergelijkt appels met peren.
„Ik rook liever een schadelijk stickie dan dat ik een griepmedicijn als Saridon slik. Dat is namelijk puur vergif.”

Is het onderscheid tussen soft- en harddrugs nog reëel? De Nederlandse wiet staat bekend om zijn hoge kwaliteit.
„Ik kan ook niet zo veel met het onderscheid tussen soft- en harddrugs. Het gaat erom hóé je roesmiddelen gebruikt. Als ik snel een paar flessen whisky achterover sla, word ik niet meer wakker.”

Kunt u zich voorstellen dat een moeder wier zoon te gronde gaat aan drugs graag wil dat de overheid paal en perk stelt aan dat verdovende middel?
„Mijn eigen kinderen hebben af en toe een stickie gerookt. Ik vind het een geschenk van boven dat ze niks hebben met alcohol. Ouders van jongeren op het platteland die ’s nachts ladderzat thuiskomen uit een zuipkeet - die hebben een groot probleem.”

Het Trimbos-instituut, dat onderzoek doet naar verslaving, stelt dat een stijgend aantal cannabisgebruikers bij de hulpverlening terechtkomt. Dat zijn verontrustende geluiden.
„Pseudowetenschappelijke lariekoek. Die stijging heeft te maken met het openzetten van telefoonlijnen voor mensen die hulp willen hebben. Dan krijg je algauw meer hulpvragen.”

U schuift de constatering van het Trimbos wel erg makkelijk opzij.
„Ik ken niemand die puur op grond van cannabisgebruik in een psychiatrische inrichting is opgenomen. Wel kan het cannabisgebruik ter sprake komen in het hulptraject dat iemand doorloopt.”

Een joint is twintig keer schadelijker dan een sigaret. Het Trimbos stelt dat er aanwijzingen zijn dat cannabisgebruik leidt tot psychiatrische stoornissen, zoals schizofrenie.
„Het klopt dat gebruik van roesmiddelen riskant is voor je mentale gezondheid, al is er recent onderzoek dat het verband tussen cannabisgebruik en schizofrenie weerlegt. Maar ik ontken niet dat een joint schadelijk is. Het gebruik van roesmiddelen is af te raden.”

De grensgemeenten Bergen op Zoom en Roosendaal willen alle acht coffeeshops in hun gemeente sluiten. Er is onbehagen over overlast, mede door toedoen van drugsrunners die in de omgeving van coffeeshops hun drugs verhandelen.
„Ik heb in die straatjes rondgelopen. Er hangt een schimmige sfeer, je voelt je unheimisch, er loopt straatdealerstuig rond. Laat de politie optreden tegen drugsrunners. Maar wat doet de politie na elfuur ’s avonds? Die zit te klaverjassen.

Het sluiten van coffeeshops lost de problemen niet op. Als er ongelukken gebeuren op de snelwegafrit naar een IKEA-vestiging, dan gooien we die IKEA toch ook niet dicht?

Niet voor niets luidde de boodschap van de dertig burgemeesters op de wiettop in Almere: Blijf met je tengels van onze coffeeshops af. Omdat drugsgebruik niet is uit te bannen, kun je het maar beter netjes reguleren. Meer repressie leidt alleen maar tot meer gebruik.”

Dat is het aloude verhaal van voorstanders van gedogen of legaliseren van softdrugs. Legt u het hoofd niet te snel in de schoot?
„Alle ministers van Volksgezondheid geven al tientallen jaren toe dat de behoefte aan drugs zal blijven bestaan. In repressieve landen als Amerika en Frankrijk is het cannabisgebruik zelfs stukken hoger dan hier. Feit is dat veel mensen een roesmiddel gebruiken. Een mens wil nu eenmaal zijn pleziertje. Het gedoogbeleid in Nederland zorgt ervoor dat er een heel behoorlijke scheiding is met de markt van bijvoorbeeld heroïne. Toen er nog geen coffeeshops waren, liepen er in Amsterdam veel meer agressieve junks rond dan nu.

Mensen die in mijn coffeeshop een stickie komen roken, zijn vaak normale toeristen die ook het Van Gogh Museum bezoeken. Het is hier een oase van rust.”

Politiefunctionaris Max Daniel, die de georganiseerde hennepteelt bestrijdt, stelt dat de handel en teelt van softdrugs vaak in handen is van keiharde misdaadorganisaties.
„Het valt niet te ontkennen dat in een deel van de hennepteelt- en handel geweldsdelicten plaatsvinden. Maar Daniel overdrijft. Hij doet het voorkomen alsof er een oorlog woedt, omdat hij zijn budget voor zijn team veilig moet zien te stellen. Ik heb bij de inkoop van wiet nog nooit een wapen gezien. Het beeld van drugsleveranciers met een pistool tussen de broekriem klopt niet. Wel zal bij een opjaagbeleid van de politie de gewelddadigheid in de hennephandel toenemen.”

Formeel is de toevoer van softdrugs aan coffeeshops verboden. Waar haalt u uw drugs vandaan?
„Van thuistelers en, via een soort inkoopkantoor, van enkele families.”

Criminele organisaties?
„Het interesseert me niet. Een criminele link zal er zijn. De aanvoer naar coffeeshops is per definitie crimineel.”

Stuit het u tegen de borst dat u zaken doet met criminelen?
„Nee, de overheid heeft dit gedoogbeleid zo geregeld. Er zijn niet zo veel smetteloze bedrijven. Wie praat aan de benzinepomp over de vraag uit welk ondemocratisch land de olie uit de grond is gehaald?

Ik ben tegen vals, misplaatst moralisme. Als we de pomphouder zouden moeten aanpakken, dan geldt dat ook voor de Staat der Nederlanden of het koningshuis. Ga me niet vertellen dat dit land groot geworden is met een hoge mate van moraal. Dit land dreef slavenhandel en schoot mensen dood om het monopolie op rubber en peper te behouden.”

Kunt u zich voorstellen dat bijvoorbeeld boeren die zich aan allerlei voorschriften moeten houden het frustrerend vinden dat u met toestemming van de overheid regels mag overtreden?
„Ik ben een geluksvogel, ik heb een goed inkomen. Ik dank de overheid dat ze mij met nog 600 coffeeshophouders het monopoly op het overtreden van de wet heeft gegeven. In die zin is het gedoogbeleid belachelijk. Dan nog iets: Je moest eens weten hoeveel boeren vet in de hennep zitten.”

Bent u een representant van de vrijheid-blijheidcultuur uit de jaren zestig?
„Ik heb als leerling vroeger heel wat stickies gerookt, maar dat betekent niet ik tekeerging als een wild beest. Ik koester het christelijke gedachtegoed. Iemand als premier Balkenende is een prima man.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer