Binnenland

„Ik zie te veel vrijheid, blijheid”

„Het laten vallen van de eis voor docenten om meelevend lid te zijn van een kerk die uitgesproken gereformeerd is, vind ik de ondergang van een heel stuk gereformeerd onderwijs.”

Onderwijsredactie
28 November 2008 23:52Gewijzigd op 14 November 2020 06:49

Dat zegt prof. dr. J. Douma naar aanleiding van de discussie binnen de vrijgemaakte scholenorganisatie LVGS over mogelijke verruiming van het leden- en benoemingsbeleid. „Als docenten op scholen uit allerlei kerken welkom zijn, ook uit kerken waarin van een binding aan de gereformeerde confessie geen sprake is, hoeft men niet te verwachten dat het gereformeerde karakter van het onderwijs blijft gewaarborgd. Ik voorspel dat, hoe meer men van wat genoemd wordt „de vrijgemaakte nestgeur” af wil, hoe sneller men ook het gereformeerde karakter van zijn organisaties zal verspelen. Fraai geformuleerde identiteitsdocumenten zullen dat niet kunnen tegenhouden.”De emeritus hoogleraar wil staande houden dat kerkelijke eenheid voorop moet staan en dat samenwerking voorzichtig moet gebeuren. „Ik zie in mijn kerken te veel de tendens dat het kerklidmaatschap er niet meer toe doet en dat het vooral om het lidmaatschap van de ene christelijke kerk gaat. Dan krijg je een sfeer van vrijheid, blijheid. Het lukt dan echt niet om de gereformeerde beginselen onverkort te handhaven.”

In de mate van samenwerking wil prof. Douma onderscheid maken. „De totstandkoming van de ChristenUnie betreur ik niet, al zinnen sommige dingen in die partij me zeker niet. Een school is echter anders.”

Historicus prof. dr. G. Harinck zou verruiming positief waarderen. „Een stringent leden- en benoemingsbeleid is geen garantie dat de identiteit overeind blijft. Er is ook vervlakking en secularisatie van binnenuit. Toen ik in de jaren zestig en zeventig op de vrijgemaakte scholen zat, zag je een groot idealisme onder de docenten. Daar spraken ze over. Ze kregen zelfs vanwege geldgebrek niet altijd tijdig hun salaris. Dat vertelden ze toen niet, maar daar ben ik later achter gekomen.”

Volgens Harinck is die bevlogenheid en gedrevenheid helemaal weg. „Op de scholen lopen gewoon vakdocenten, die je niet over hun ideologische achtergrond hoort. En hun salaris willen ze gewoon op tijd hebben. Dat beïnvloedt de identiteit van de scholen. Wat houd je dan nog tegen met een afschermend leden- en benoemingsbeleid? De leerlingenpopulatie is al gemengd. De meerderheid van de vrijgemaakten vindt nu dat je best met andere kerken kunt samenwerken. Er is ook een praktisch argument: het is bij het huidige beleid lastig om voldoende docenten te vinden.”

De ontwikkelingen in de vrijgemaakte kerken zorgen bij een deel van de leden voor gevoelens van vervreemding. Op de websites eeninwaarheid.nl, gereformeerdblijven.nl en de site van het blad De Bazuin worden verontruste geluiden gebundeld.

„Het is kenmerkend voor de laatste tien, vijftien jaren dat gereformeerde organisaties en instituties stelselmatig zijn afgebroken”, aldus D. J. Bolt op eeninwaarheid.nl. „We noemen een rijtje zonder volledig te zijn: een dagblad, een politieke partij, een vakvereniging, een sociaal en economisch verband, studentenverenigingen en wetenschappelijk genootschap. Wellicht kunnen we over niet te lange tijd ook de gereformeerde scholen eraan toevoegen, want ook hier vindt alweer een hernieuwd onderzoek plaats naar een „verruiming” van de toelatingseisen voor leerlingen en docenten.”

Eind vorige week klonk op de site de oproep om boegschroeven, die de koers van de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt moeten bijsturen. „Waar zijn de boegschroeven in de kerk? Ambtsdragers die de roeping hebben leiding te geven en dwalingen te weerstaan? Die zich inspannen om verkeerde ontwikkelingen in de kerken publiek en met kracht tegen te gaan? Oproepen tot bekering? Waar is de moed om te zeggen: Tot hiertoe en niet verder?”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer