Homo pesten gebeurt overal
Homo’s pesten gebeurt in alle schoolsoorten. In het beroepsonderwijs gebeurt het vaak open en direct, maar ook op een gymnasium kun je flink worden gepest. Alleen is het daar vaak onderhuids, vertelt R. Tielman van het APS-Expertisecentrum Homoseksualiteit en onderwijs dinsdag in Den Haag.
Tielman presenteerde daar samen met het COC het campagnemateriaal voor het nieuwe meldpunt discriminatie in het onderwijs dat tot 1 januari 2003 bereikbaar blijft. Leerlingen en docenten kunnen via telefoon, sms of e-mail vertellen hoe op school met homo’s wordt omgegaan.
Op die manier hopen het COC en het APS het nog immer ontbrekende cijfermateriaal te verkrijgen. Want dat het mis is in het onderwijs, weten ze wel zeker. Docenten worden weggepest, leerlingen voelen zich niet veilig, scholen durven niet eens aan voorlichting te beginnen omdat ze bang zijn voor te veel weerstand.
De ervaring leert, zo vertelt Tielman, dat het probleem zich pas manifesteert in het voortgezet onderwijs. Op basisscholen speelt het homootje pesten niet. Maar op de middelbare school komt het los. Onderzoek wijst uit dat degenen die de antihomosfeer bepalen vaak jongeren zijn die zelf onzeker zijn over hun seksualiteit. Dat was vroeger al zo met de autochtone potenrammers en dat speelt nu ook een rol bij Marokkaanse jongeren, aldus Tielman.
Hij pleit daarom voor een dubbel beleid. Er moet meer hulpverlening komen voor de psychologische problemen van de aanstichters. Maar er is ook betere voorlichting nodig in de laatste groep van de basisschool, scholen moeten het homopesten opnemen in hun antipestbeleid en er is meer aandacht nodig op de docentenopleidingen.
Het COC begint bij wijze van experiment met verschillende voorlichtingsprojecten die zijn aangepast voor verschillende doelgroepen: van vmbo tot gymnasium, in de provincie tot de Randstad. Volgend jaar moet na een nieuwe meting duidelijk zijn wat die aanpak oplevert.