Van Thijn wil meer verzet tegen discriminatie
Ed van Thijn (PvdA), onder andere oud-minister van Binnenlandse Zaken en voormalig burgemeester van Amsterdam, meent dat het in Nederland niet meer in de mode is op te komen tegen discriminatie en racisme. De sociaal-democraat zei dat zondagmiddag in Haarlem bij de herdenking van verzetsstrijdster Hannie Schaft.
Politiek fatsoen is een scheldwoord geworden, aldus Van Thijn. „Je mag tegenwoordig alles zeggen wat je denkt. Het racisme slaat toe. Nu krijgen we misschien weer de heer Ratelband. Het gaat van kwaad tot erger.”
De ex-bewindsman legde een verband met de internationale ontwikkelingen. Als er in Irak een oorlog uitbreekt en er daardoor meer internationale conflicten ontstaan, betekent dat dat het racisme in de wereld zal toenemen.
Van Thijn stelde vast dat er sprake is van „glokalisering”: wereldconflicten zetten lokaal minderheidsgroepen tegen elkaar op. Volgens de sociaal-democraat is Europa na de aanslagen in de Verenigde Staten overspoeld door moslimhaat. „Nederland liep daarbij voorop. Dat heeft de media nauwelijks gehaald.”
Volgens Van Thijn is het daarom van belang dat er mensen als Hannie Schaft blijven opstaan, „mensen die dwars tegen de stroom ingaan.” Verzetsstrijdster Hannie Schaft werd kort voor het einde van de Tweede Wereldoorlog door de Duitse bezetter vermoord. Zij is na de oorlog herbegraven op de Eerebegraafplaats in Bloemendaal.
Enkele honderden mensen herdachten Hannie Schaft zondag door in het Haarlemse Kenaupark kransen en bloemen te leggen bij het monument Vrouw in Verzet. Aansluitend konden belangstellenden in een kerk een tentoonstelling bekijken onder dezelfde naam. Verzetsstrijdster Truus Menger, een vroegere vriendin van Hannie Schaft, heeft die samengesteld.