Rechtbank veroordeelt psychiater Veenendaal
Na het medisch tuchtcollege is ook de strafrechter tot de slotsom gekomen dat de 61-jarige ex-psychiater R. S. zich in zijn praktijk in Veenendaal langdurig heeft schuldig gemaakt aan het plegen van ontucht met een van zijn patiëntes.
Op 1 juli besloot het centraal tuchtcollege voor de gezondheidszorg S. voorgoed uit het beroepsregister te schrappen. De rechtbank Utrecht hield het maandag op negen maanden voorwaardelijke gevangenisstraf en een werkstraf van 240 uur.Gedurende veertien jaar behandelde de psychiater een patiënte die in zijn ogen leed aan een meervoudige persoonlijkheidsstoornis. Om onduidelijke redenen koos hij daarbij voor een eigen variant van de omstreden, nauwelijks toegepaste tactiele bevestigingstherapie. Daarbij speelden aanrakingen op ontblote, intieme lichaamsdelen een belangrijke rol.
Deze behandeling heeft de ex-psychiater geheel eigenstandig, zonder enige vorm van collegiale toetsing aangevangen, zonder de aard van de voorgenomen therapie expliciet aan de orde te stellen, aldus de rechtbank maandag. De patiënte heeft dat volgens de rechtbank „in haar hoedanigheid van patiënt die niet beter wist, geaccepteerd.”
De door de ex-psychiater verrichte seksuele handelingen kenschetst de rechtbank als onmiskenbaar grensoverschrijdend en opzettelijke ontucht. Daarmee verwerpt de rechter zijn verweer dat hij slechts handelde uit compassie en daarbij geen enkele lustbeleving heeft gehad.
De advocaat van de patiënte, R. Schoemaker, greep het strafproces aan om de door zijn cliënte geleden schade op S. te verhalen. Het gevorderde voorschot van 7500 euro voor immateriële schade wees de rechtbank maandag toe. Het zogenaamde „toebrengen van rechtstreekse schade” is daarmee volgens de rechter voldoende bewezen. In een civiele zaak zal Schoemaker verder procederen over de vraag hoe hoog de totale schadevergoeding moet zijn.
In de gereformeerde gezindte genoot S. bekendheid als grondlegger van de stichting Psycho Pastorale Hulpverlening (PPH), thans Psycho Pastorale Toerusting geheten. In de halfjaarlijkse uitgave ”Delen om te helen” van juni 2007 schreef het PPH-bestuur echter zich nadrukkelijk te distantiëren van „grensoverschrijdende tactiele bevestiging” bij cliënten of pastoranten. Daarna beëindigde zij de betrokkenheid van S. bij de opleidingen van de PPH.