Artsen blijven tegen stroom inroeien
Het Nederlands Artsenverbond bestaat deze maand dertig jaar. Vrijdag wordt een jubileumsymposium gehouden in het Catharinaziekenhuis in Eindhoven. „Een mooi moment voor reflexie, vanuit het verleden gericht op de toekomst. We roeien nog steeds tegen de stroom in. Onze normen en waarden met betrekking tot dodend handelen zetten ons ertoe te blijven roeien”, aldus de Urker huisarts P. C. Hildering, voorzitter van het verbond.
„Dertig jaar geleden vond een groot aantal artsen het noodzakelijk een vereniging naast de KNMG op te richten, omdat zij zich bij het verlenen van hun diensten wilden laten leiden door een onvoorwaardelijke eerbied voor het menselijk leven”, zegt Hildering. Dit ”Vita humana semper verenda” voert de pro-lifeorganisatie hoog in het vaandel.
Aanleiding voor de oprichting van het Nederlands Artsenverbond was het feit dat een groot aantal artsen zich niet kon vinden in de standpunten van de artsenorganisatie KNMG ten aanzien van de wettelijke regelingen rond abortus provocatus. Zij organiseerden zich in een alternatieve pro-lifeartsenorganisatie. Hildering, sinds 1999 voorzitter van de vereniging: „De oprichting van het Nederlands Artsenverbond maakte destijds heel wat tongen los. Het was hoogst ongebruikelijk om de eenheid van de artsenwereld te doorbreken.”
De pro-lifeorganisatie probeert een luis in de pels van de KNMG te zijn en te waarschuwen voor de gevolgen van het loslaten van de waarde van het leven. Ze laat nu al dertig jaar haar geluid horen in de medische wereld, in de maatschappij als geheel en niet in de laatste plaats in de politiek. „Het loslaten van de beschermwaardigheid van het leven verandert de relatie tussen hulpvrager en hulpverlener”, zegt Hildering.
Centrale vraag op het symposium was wat het gedachtegoed van het Nederlands Artsenverbond voor invloed heeft op het functioneren van artsen in de praktijk. Hildering: „We spannen ons in voor de ontwikkeling van de palliatieve zorg, maar dat doen vele anderen ook. Maar wat is de invloed daarvan op onze basale houding? Daarover willen we nadenken in een tijd dat een term als roeping voor veel collega’s heeft afgedaan. Een tijd waarin het vaak meer lijkt te gaan over arbeidsvoorwaarden en meer vrije tijd, dan over de zorg voor hulpvragenden. Het toverwoord is ”professioneel”. Maar is er nog wel plaats voor begrippen zoals roeping, naastenliefde en echte persoonlijke zorg?”
De NAV telt nu ongeveer 400 leden. Er is een tijd geweest dat de vereniging een zieltogend bestaan leidde. Sinds Hildering tot voorzitter werd gebombardeerd, timmert de vereniging weer aardig aan de weg. Zij wil vooral medische studenten bij het gedachtegoed betrekken. „Het is voor hen ook van belang dat ze zich weten staande te houden als het om de beschermwaardigheid van het leven gaat. Tijdens de opleiding lopen studenten de kans gehersenspoeld te worden”, zegt Hildering. „In mijn studententijd hoefde je nog niet mee te werken aan een abortus, tegenwoordig kom je nauwelijks voor een opleidingsplaats voor gynaecoloog in aanmerking als je kenbaar maakt daar niet aan mee te willen werken. Je moet dan uitwijken naar bijvoorbeeld Duitsland.”
Hildering weet ook van een tijd dat artsen die een praktijk zochten en solliciteerden, niet aan de bak kwamen als ze zich kenbaar maakten als pro-lifearts. Het was een tijd waarin er nog te veel dokters waren. „In onze tijd van schaarste is men allang blij als een huisarts zich wil vestigen”, zegt hij.
„Het jubileumcongres biedt de mogelijkheid om inspiratie op te doen, om niet mee af te glijden langs het hellend vlak. Veel collega’s hebben onder invloed van dit hellend vlak de grenzen verlegd en verruimd. Natuurlijk hebben zij een probleem met dodend handelen. Het is niet gemakkelijk. Nog steeds wordt het een ”niet normale” medische handeling genoemd. Maar de wijze van praten, schrijven en denken verraadt anders. Daartegen willen wij onze stem verheffen.”