Minister moet probleem met huursubsidie snel oplossen
Minister Kamp van Volkshuisvesting moet voor 18 december de problemen met de verstrekking van huursubsidie oplossen. Gebeurt dat niet, dan zal de PvdA de dag daarna een motie van afkeuring indienen.
Dat zei het PvdA-kamerlid Duivesteijn donderdag tijdens het voortgezette debat over de begroting van VROM.
De sociaal-democraat wilde aanvankelijk donderdag al een motie van afkeuring indienen tegen Kamp, maar daarvoor kon hij geen medestanders vinden. Daarom kwam hij donderdag met een uitspraak waarin staat dat Kamp tot 18 december de tijd krijgt. De fracties van LPF, D66, GroenLinks en SP ondersteunen de uitspraak.
Oorspronkelijk hadden deze fracties precies 75 zetels in het parlement en met steun van Leefbaar Nederland zou er een kamermeerderheid zijn. Als de twee afsplitsingen van de LPF (groep-De Jong en Wijnschenk) volgende week de uitspraak steunen, zou er alsnog een meerderheid zijn. CDA, VVD, ChristenUnie en SGP hebben op dit moment geen behoefte aan de motie van Duivesteijn.
Minister Kamp „kan niet veel” met de uitspraak. Hij gaf aan dat de Kamer heeft ingestemd met een plan van aanpak om de problemen weg te werken en dat voert de bewindsman op dit moment uit. In de eerste helft van januari zal het departement alle aanvragen van mensen voor de periode van 1 juli hebben afgehandeld.
De bewindsman benadrukte donderdag dat de problemen zijn ontstaan onder het vorige kabinet. In het regeerakkoord van Kok II stond dat de uitvoeringskosten van de huursubsidie met de helft verminderd moesten worden. Dat zou een besparing opleveren van 27 miljoen euro per jaar. Om dat te bereiken zou de uitvoering van de huursubsidie niet langer op gemeentelijk niveau, maar landelijk geregeld moeten worden.
In de praktijk bleek vervolgens dat het departement de stroom aanvragen, die ook nog eens fors was toegenomen, niet aankon. Daarom heeft Kamp de afgelopen maanden met voorschotten gewerkt. Een extra probleem is dat tienduizenden geheel of gedeeltelijk ten onrechte voorschotten hebben ontvangen. Het ministerie gaat die terugvorderen.
De minister verklaarde donderdag dat hij gaat onderzoeken of het verhuren van woningen aan mensen die hier illegaal verblijven, strafbaar gesteld kan worden. Corporaties en particuliere verhuurders moeten zich er dan via de gemeente van vergewissen of de toekomstige huurder al dan niet illegaal in ons land verblijft.
ChristenUnie-kamerlid Van Dijke diende donderdag een motie in om meer bekendheid te geven aan een handreiking over burenlawaai die door het ministerie is ontwikkeld. Het Rijk moet burgers duidelijk maken wat ze zelf kunnen doen tegen burenlawaai en wat de lokale overheid en de politie moeten doen. Een op de acht Nederlanders ondervindt hinder door burenlawaai. De uitspraak van Van Dijke wordt door vrijwel alle fracties ondersteund.