Binnenland

„Spannende periode uit de geschiedenis”

In ’s lands geheugen, het Nationaal Archief in Den Haag, werd vrijdagmiddag een goudkleurig pakketje overhandigd door prof. dr. S. Groenveld aan oud-student Mark Rutte. Daarin zat een lijvig standaardwerk over de Tachtigjarige Oorlog.

Cultuurredactie
7 November 2008 22:01Gewijzigd op 14 November 2020 06:41

Het precieze begin van de Tachtigjarige Oorlog is niet duidelijk, en over het eind verschillen de deskundigen van mening. Het begrip Tachtigjarige Oorlog is dan ook geen rekenkundige eenheid. Maar dat het jaar 1609 een belangrijk scharnierpunt vormt, staat vast.Volgend jaar wordt het begin van het Twaalfjarig Bestand officieel herdacht. In de aanloop naar deze herdenking werd gisteren in het Nationaal Archief een standaardwerk over de Tachtigjarige Oorlog gepresenteerd.

Een gruwzaam tijdvak, schreef tijdgenoot P. C. Hooft, „bitter van twist, wrang van wreedheid.”

Het boek is geschreven door historicus prof. dr. S. Groenveld, archivaris drs. H. L. Ph. Leeuwenberg en diverse andere kenners. Het is een uitbreiding en actualisatie van eerdere publicaties die Groenveld en Leeuwenberg over de Nederlandse Opstand schreven.

Alleen kozen ze er „weloverwogen” voor de term „Nederlandse Opstand” te vermijden, zei Groenveld vrijdag. „De werken van historici die wel van Nederlandse Opstand spreken, eindigen in 1609. Over de periode erna schrijven ze niet of veel minder. Het karakter van die tweede fase, die begint met het aflopen van het Twaalfjarig Bestand in 1621, verschilt wezenlijk van de eerste fase. Is in de eerste periode sprake van rebellen die vechten tegen Spanje, de tweede fase richt zich op consolidatie van het veroverde gebied en op het streven van erkenning van onafhankelijkheid.”

Groenveld stelt dat het moeilijk is om uit het verleden zomaar lessen voor het heden te trekken. Wel ziet hij in de beschreven periode „een begin van het latere collegiale bestuur”, en een „eerste stap naar modern parlementair bestuur.”

Volgens VVD-leider Rutte, die ooit bij Groenveld afstudeerde met een scriptie over de Haarlemse patriotten, „ademt het boek de historicus Groenveld.” Rutte vertelt hoe hij in 1984 in Leiden geschiedenis ging studeren. „Ik was toen al geïnteresseerd in de totstandkoming van politieke besluiten. Van Groenveld leerde ik dat het belangrijk is je niet daartoe te beperken. Kijk ook naar de economische en de culturele geschiedenis, zei hij. Let op het trekvaartsysteem in die tijd.”

Bij zijn leermeester bespeurt Rutte een aandacht voor de chronologie van feiten en voor de context van gebeurtenissen. Maar ook voor „doorkijkjes in de diepmenselijke verhoudingen.” Naast alle factoren die een rol spelen tijdens het Twaalfjarig Bestand zegt Groenveld uiteindelijk ook: „Het ging om een koppigheid van Maurits en Van Oldenbarneveldt. Beiden waren ongelooflijk slimme mannen die niet wilden toegeven.”

Rutte noemt de Tachtigjarige Oorlog „een van de spannendste perioden uit de Europese geschiedenis, als je kijkt wat er in dit kleine landje gebeurt.” Zijn politieke kleur verloochent hij niet met de opmerking dat de staat „toen al door liberalen werd gedomineerd.”

Het Nationaal Archief is druk doende de officiële herdenking van het Twaalfjarig Bestand (1609-1621) voor te bereiden. In de maanden april en mei volgend jaar worden fundamentele documenten van de vroege Nederlandse staat getoond, zoals de Pacificatie van Gent, de Unie van Utrecht, het Plakkaat van Verlatinghe, het Twaalfjarig Bestand en de Vrede van Munster. Vanaf september volgend jaar wordt in het Haags Historisch Museum een expositie gehouden over opstand en bestand.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer