Weinig kans op Nederlandse militairen in Congo
Nederland heeft niet veel mogelijkheden om militaire steun aan de Democratische Republiek Congo te geven, als daar volgende week om wordt gevraagd. Maar Nederland kan „welwillend" kijken naar een verzoek om meer humanitaire noodhulp. Dat zei minister Verhagen (Buitenlandse Zaken) vrijdag na afloop van de ministerraad.
Verhagen vindt wel dat de VN–vredesmacht moet worden versterkt in het oosten van het land, maar vraagt zich af of dat met meer militairen moet. „Er zitten al 17.000 blauwhelmen."Volgens Verhagen heeft de VN–missie Monuc ook al een stevig mandaat, waarbij geweld mag worden gebruikt. De minister wacht daarom het oordeel van de VN–Veiligheidsraad af, die daarover volgende week spreekt. VN–topman Alain le Roy inventariseert nu wat nodig is om de VN–missie effectiever te maken.
Maandag spreken de Europese ministers van Buitenlandse Zaken de situatie in Congo. Volgens Verhagen is het aan individuele lidstaten van de Europese Unie of zij troepen willen sturen, als daarvoor een verzoek komt. Donderdag werd al duidelijk dat de landen die deelnemen aan de twee Europese interventiemachten, de zogenoemde EU Battle Groups, niet geneigd zijn deze militairen naar Congo te sturen.
Verhagen benadrukte dat Nederland in eerste instantie hoopt dat er een politieke oplossing wordt gevonden voor de „vreselijke humanitaire situatie". Om die reden is minister Koenders (Ontwikkelingssamenwerking) vrijdag op de regionale top in Nairobi.
Daarnaast zal worden gekeken of er meer humanitaire hulp nodig is. Nederland geeft al ongeveer 22 miljoen euro aan humanitaire hulp in het gebied.