Lichte motregen daalt vanuit de loodgrijze lucht neer op het Dorpsplein in Dodewaard. De trieste aanblik dankt het plein niet enkel aan het sombere weer. „Het is schandalig”, zegt een 49-jarige vrouw, onderweg naar de Golffsupermarkt even verderop. Ze wijst naar een leegstaand pand aan het Dorpsplein.De deur van het gebouw waarin een aantal jaar geleden de Rabobank nog huisde, oogt zwaar gehavend. De entree is bezaaid met glas en het glaswerk in de deur hangt van splinters aan elkaar. Een hangslot moet voorkomen dat de vernielzuchtige jeugd die verantwoordelijk is voor dit vandalisme het pand vanbinnen ook sloopt. Aan de klink wappert rood-wit afzetlint.

„Dit zijn geen kwajongensstreken meer”, meent de vrouw.,„Ik zie die jongeren hier overdag wel eens hangen en dan loop ik met een grote boog om hen heen. Het is tuig.”

Afgelopen weekend ging er voor de zoveelste keer een container aan het Dorpsplein in vlammen op. Bij een Turks gezin vloog eerder een aantal stenen door de ruit. Enkele weken geleden moesten drie Duitse vrouwen hun woning aan het plein noodgedwongen verlaten, nadat enkele jongeren een verkeerszuil door het raam hadden gegooid.

Het huis is nu dichtgetimmerd. Aan de houten platen die voor de ramen bevestigd zijn, kleeft eierstruif. De achtertuin van het huis is bezaaid met lege bierblikken.

Weinig vertier

Sinds oud en nieuw zijn de relschoppers in het dorp bezig, vertelt een geboren en getogen Dodewaarder die tegenover het plein in een appartementencomplex woont. „De jeugd heeft hier niks te doen, dus gaat ze van verveling maar hangen en slopen.”

PvdA-raadslid V. M. van Neerbos herkent de kritiek dat de Dodewaardse jeugd in zijn eigen dorp weinig vertier vindt. „Buiten het dorp is er een ontmoetingsplaats waar jongeren elkaar regelmatig treffen, maar dat is het wel zo’n beetje. Er is weinig te doen. Maar om dan dingen te gaan slopen, is natuurlijk van de zotte.”

Op Dorpstraat nr. 1 wonen volgens verschillende mensen een paar Duitsers. De benedenverdieping staat leeg. Boven siert een aantal dode planten het venster. Een ander raam is voorzien van vergeelde, gekreukte vitrages. Tussen de tegels van de oprit tiert het onkruid welig.

Het is niet aan de gemeente de verloederde panden aan het Dorpsplein op te knappen, zegt burgemeester Veerhoek van Neder-Betuwe. „We kunnen hooguit projectontwikkelaars stimuleren, zodat het plein een frisse herinrichting krijgt.” En aldus besloot het college gistermorgen.

Represailles

Volgens Veerhoek heeft het oplossen van de criminaliteitsproblematiek in Dodewaard hoge prioriteit. „Het kan natuurlijk niet zo zijn dat mensen uit hun huis vluchten wegens vandalisme. Het is zo erg dat inwoners vaak geen informatie aan de politie durven door te spelen, omdat ze bang zijn voor represailles. Er loopt daarom een politieonderzoek. Met twee weken weten we meer”, zo bevestigde de burgemeester gistermorgen.

Dat er enkele panden aan het Dorpsplein leegstaan, houdt volgens Veerhoek geen verband met de criminaliteit. Het huis dat laatst mikpunt was van vandalisme, was immers bewoond, zegt hij. „En als er in de gemeente Overbetuwe een feestje is geweest, laten vandalistische jongeren die er vandaan komen een spoor van vernieling achter op de Waalbandijk. Leegstand van gebouwen is dus de oorzaak niet. Bovendien rechtvaardigt het geen vandalisme.”

De oplossing om de panden weer bewoond te krijgen, is volgens Van Neerbos eenvoudig: „Verhuur het anti-kraak. Het plein biedt nu een troosteloze aanblik. Mensen storen zich er aan en dat is vervelend.”

En dan maar hopen dat het straks over is met de criminaliteit. „Nee”, zegt Van Neerbos. „Ouders van de criminele jongeren moeten worden aangesproken op het asociale gedrag van hun kinderen. Zet er wat mij betreft maar flink wat maatschappelijk werk op. De vandalen moeten in ieder geval zich de ogen uit het hoofd schamen.”