Dat blijkt uit een onderzoek van sociaalwetenschappelijk instituut Kaski, in opdracht van de omroep KRO en de Koninklijke Vereniging voor Facultatieve Crematie. Het onderzoek werd gedaan onder 500 Nederlanders. Het tv-programma Ode aan de Doden, gewijd aan het rooms-katholieke Allerzielen, presenteerde de resultaten zondagavond.In 2006 geloofde nog 40 procent in een leven na de dood en in 1996 was dat nog 45 procent. Van de protestantse Nederlanders gelooft 55 procent in de hemel, van de rooms-katholieken 46 procent. Onder onkerkelijke Nederlanders is dit 19 procent.

Uit het onderzoek blijkt volgens Kaski dat de dood een taboe is. Twee van de drie Nederlanders bezoeken nooit het graf van dierbaren en praten nimmer met familieleden over hun eigen dood en de uitvaart. Vier van de vijf zetten uitvaartwensen niet op papier. Bijna de helft van de Nederlanders wil dat kinderen de overledene niet zien. Ruim 70 procent wil liever niet thuis worden opgebaard.

De doden worden door verreweg de meeste Nederlanders regelmatig herdacht. Zo’n 70 procent van de mensen doet dat. De herdenking heeft in meer dan de helft van de gevallen plaats op de verjaardag van de overledene. Een ruime meerderheid van de Nederlanders heeft een foto van de overleden dierbare als plek om te gedenken. Een huisaltaartje komt voor bij 2 procent. Internet als gedenkplaats wordt vrijwel nergens genoemd.

Kerkelijke Nederlanders bezoeken het vaakst het graf van overleden dierbaren. Van de onkerkelijken doet bijna driekwart dat nooit.

Vrijwel iedereen heeft wel dierbaren verloren aan de dood. Ruim een kwart van de Nederlanders die dierbaren verliezen, ervaart soms hun aanwezigheid. Ongeveer 45 procent praat hardop of in gedachten tegen overleden dierbaren. Vrouwen zeggen vaker de aanwezigheid van een dode te ervaren en praten ook frequenter tegen hun dierbare overledene dan mannen. Een derde denkt dat overleden dierbaren kunnen zien en weten wat ze meemaken. Vrouwen stemmen daar vaker mee in.

Nederlanders hebben tot slot een lichte voorkeur voor cremeren (43 procent) boven begraven (39 procent). In een onderzoek dat uitvaartorganisatie Monuta onlangs presenteerde, lagen die cijfers iets meer uiteen. Volgens Monuta kiest 48 procent voor crematie en 36 procent voor begraven.

Ook over de vraag wie de uitvaart moet leiden, zijn de meningen verdeeld. Zo’n 35 procent kiest voor een goede vriend of familielid. Een predikant, pastoor of andere geestelijke wordt in 28 procent van de gevallen gevraagd.

Zeven procent van de Nederlanders ziet liever een rituelenbegeleider bij hun uitvaart.