Binnenland

Bond tegen het vloeken teleurgesteld over besluit

„Een teleurstellend voorstel. Niet in de eerste plaats omdat mensen in hun godsdienstige gevoelens gekrenkt worden, maar omdat Gods eer in het geding is.”

Binnenlandredactie
31 October 2008 22:15Gewijzigd op 14 November 2020 06:39

De Bond tegen het vloeken betreurt het kabinetsvoorstel om het verbod op godslastering te schrappen zeer, zegt woordvoerder P. Smit. „De minister heeft eerder zelf gezegd dat dit artikel normstellend is, dat het een duidelijke signaalfunctie heeft. Dat verdwijnt nu.”Het artikel leidde sinds 1968 een slapend bestaan. Toch was het niet zonder functie, zegt Smit. „Door de aangiften die andere organisaties en wij op grond van dit artikel deden, werd de aandacht van publiek en media er steeds weer op gevestigd. Het publieke debat over godslastering bleef zodoende gaande.”

De bond, waarvan vertegenwoordigers woensdagavond op het ministerie van Justitie op uitnodiging van minister Hirsch Ballin de kwestie bespraken, had graag gezien dat het artikel werd aangescherpt, zodat strafvervolging beter mogelijk werd. „Helaas gaat artikel 147 er nu uit. Zo’n voorstel siert een kabinet met CU en CDA niet.”

Artikel 137 van het Wetboek van Strafrecht wordt aangepast. „Dat gaat over het zich beledigd voelen van mensen. Belangrijker is echter dat door godslastering God in Zijn eer wordt aangetast. Het gaat niet in de eerste plaats om gekwetste gevoelens van gelovigen. Dat is iets wat wij altijd maar weer moeten uitleggen. Men zegt tegen ons: Heb toch een schild; laat dingen langs je afglijden; iedereen moet weleens wat slikken. Het gaat ons echter niet om onszelf, maar om de eer van God, Die we hoogachten.”

Smit zegt benieuwd te zijn in hoeverre strafvervolging op grond van artikel 137 gemakkelijker wordt. „Als dat beter lukt, is dat prachtig. In de brief van het kabinet lees ik daar echter weinig over. Ik neem aan dat dat element tijdens het debat in de Tweede Kamer grote aandacht krijgt.”

Wrang noemt de woordvoerder van de bond het dat voor majesteitsschennis en het beledigen van buitenlandse staatshoofden wel een afzonderlijk artikel gehandhaafd wordt, „terwijl de ontering van de Koning der koningen niet meer expliciet vermeld wordt. Majesteitsschennis met een kleine letter blijft in het wetboek staan, terwijl Majesteitsschennis met een hoofdletter niet meer wordt genoemd.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer