Bijna eindeloze rijen fietsen. Tweewielers domineren het stationsgebied van Houten. De stalen rossen staan niet slordig door elkaar. De meeste zijn netjes naast elkaar geparkeerd in fietsenrekken.Het stationsgebied zelf doet erg rommelig aan. Het is een vrij grote bouwput. Er wordt hard gewerkt om het station functioneler te maken. Binnen een jaar of twee moet er een transferium voor 2000 tot 3000 fietsen zijn. De spoorcapaciteit gaat van twee naar vier banen. Dat zal het imago van forensengemeente versterken.

In een kantoortje van een overdekte fietsenstalling zit beheerder Anne Arendsen. Hij begrijpt wel waarom de gemeente fietsstad 2008 is geworden. „Houten is het echte voorbeeld van een fietsstad. Als er wordt gebouwd, wordt er als eerste een fietspad aangelegd.” Volgens hem kun je je binnen Houten het snelst per fiets verplaatsen. „Het dorp wordt omgeven door de Rondweg. Als je met de auto naar een andere wijk wilt, moet je eerst naar de Rondweg. Op de fiets kun je overal binnendoor komen.”

Een korte fietstocht leert dat het inderdaad heel prettig is om je op een tweewieler door Houten te verplaatsen. Fietsborden geven aan hoe je het snelst van de ene wijk naar de andere kunt komen. De paden zijn breed genoeg en echt druk is het niet. Alleen in de wijken zelf moeten auto’s en fietsen de weg delen.

Houten had in de verkiezing sterke concurrentie van Veenendaal, Goes, Groningen en Nijmegen. Toch is niet iedereen onverdeeld gelukkig met de eerste plaats van Houten. Een fietser van rond de vijftig jaar vindt dat er nogal wat kan worden verbeterd. „Ik rijd regelmatig met een gehandicapte op een tandem. Maar de bochten zijn zo kort dat ik er bijna niet door kan komen.” Volgens hem staan ook de lantaarnpalen in de weg. „Bovendien zijn er betonnen blokken om auto’s van de fietspaden te weren. Die blokken zijn onhandig opgesteld.”

Automobilist Bernard Dunsbergen is het niet met de man eens. „In Houten kun je je het beste op de fiets verplaatsen. Met de auto is het echt waardeloos. Je moet steeds eerst terug naar de Rondweg om ergens te komen.” Bernard geeft meteen erna lachend toe dat hij nooit de fiets pakt. „Ik zeg wel dat ik het goed vind om te fietsen, maar ik houd me er zelf niet aan.”

Iemand die dat wel doet, is Hetty van Hemme. „Ik fiets vier dagen in de week van Houten naar Utrecht. Dat is ongeveer 8 kilometer.” Ze vindt het geweldig dat Houten fietsstad 2008 is geworden. „Fietsers en auto’s worden hier goed gescheiden. Maar in Utrecht is het geen pretje om te rijden. Je moet daar de weg met de auto delen. En auto en fiets zijn nu eenmaal elkaars natuurlijke vijanden.”