Operatie Pegasus
Operatie Pegasus was de grootste ontsnappingsoperatie uit de Tweede Wereldoorlog.
Na de verloren Slag om Arnhem in september 1944 bleven er nog ongeveer 350 geallieerde militairen op de noordelijke Rijnoever achter. De bevolking van Ede en Lunteren verborg en verzorgde hen.Het plaatselijke verzet en Britse en Amerikaanse soldaten zorgden onder de codenaam Pegasus, een figuur uit de Griekse mythologie, voor een risicovolle maar geslaagde vluchtoperatie. Bijna 150 militairen, 18 Nederlanders en 5 verzetsstrijders wisten in de nacht van 23 op 24 oktober veilig en wel de Rijn bij Renkum over te steken naar het geallieerde gebied in de Betuwe.
Voor de vluchtactie maakten de verzetslieden destijds handig gebruik van de chaos die was ontstaan, omdat de Duitsers hadden bevolen dat Bennekommers hun dorp moesten verlaten. In alle drukte vielen verplaatsingen nauwelijks op en was het voor de bezetter nauwelijks te doen om goede controles uit te voeren.
Een tweede tocht, Pegasus II, in de nacht van 17 op 18 november 1944, mislukte omdat de mannen op Duitse stellingen liepen, waarbij slachtoffers vielen. Uiteindelijk bereikten slechts zeven mannen de Betuwe.