Onderzoeken hiv-zaak geven geen duidelijkheid
De bloedonderzoeken in de Groningse hiv-zaak kunnen geen duidelijkheid geven over of de slachtoffers door de verdachten zijn besmet. Dat hebben twee virologen dinsdag voor de rechtbank verklaard. „De virusanalyse kan geen daders aanwijzen", zeggen zij.
„Ik kan geen uitspraak doen over of er sprake is van rechtstreekse besmetting, omdat een derde of vierde de besmetting ook kan hebben veroorzaakt", vertelde virologe Anne-Mieke Vandamme van de universiteit van Leuven tijdens de zitting. In de groep van verdachten en slachtoffers zijn twee varianten van het hiv-virus aangetroffen.Verdachte Peter M. heeft een van de varianten. Van de twaalf hiv-besmette slachtoffers zijn er in ieder geval twee niet besmet door de verdachten, omdat zij een hiv-variant hebben die niet bij de anderen voorkomt.
Bij vijf van de personen, onder wie verdachte Hans J., zijn meerdere varianten van het hiv-virus in het lichaam aangetroffen. „Een zeldzame situatie", volgens viroloog Ben Berkhout van de universiteit van Amsterdam.
„Dubbelinfecties komen nauwelijks voor. Het is dus zeer waarschijnlijk dat de andere vier de dubbele infectie hebben gekregen van Hans J., maar zeker is dat niet. Het blijft mogelijk dat ze het van een ander hebben opgelopen." Volgens de onderzoeker zijn dubbelinfecties via seksueel contact moeilijk over te brengen. De kans dat het over is gebracht via injecties is daarom groter, zegt hij. „Maar op basis van de virusanalyse kun je niks zeggen over de transmissie."
Volgens aids-deskundige Sven Danner vindt bij het direct inspuiten van hiv-besmet bloed in de aderen vrijwel altijd besmetting plaats. De kans op besmetting daalt aanzienlijk als het bloed niet in de aderen wordt gespoten, maar bijvoorbeeld in de kringspier. „Maar het is niet duidelijk hoe hoog de kans op besmetting dan is", aldus Vandamme.