De driesterrengeneraal mag maandagmiddag zijn woordje doen voor de commissie-Bakker. Van Baal was ten tijde van de val van Srebrenica in 1995 plaatsvervangend bevelhebber van de landmacht. Generaal H. A. Couzy was toen de baas. Ook hij wordt maandag door de commissie gehoord.

In april dit jaar moest Van Baal, kort na het verschijnen van het NIOD-rapport over Srebrenica, zijn functie als bevelhebber van de landstrijdkrachten neerleggen. Dat hij uit zijn functie is ontheven, steekt Van Baal nog steeds, ook al is hij inmiddels op een toppositie bij Defensie teruggekeerd. „De conclusies van het NIOD kloppen gewoon niet”, aldus Van Baal donderdag desgevraagd in de marge van een jubileumbijeenkomst van de Stichting Maatschappij en Krijgsmacht in Den Haag. „Bij de landmacht is geen sprake van een doofpot en dat zal ik aantonen ook.”

Hij is vooral gevallen over de door het NIOD gebruikte term ”onwil”. De top van de landmacht zou bewust informatie hebben achtergehouden voor de politieke baas op het departement, minister Voorhoeve. „Dat wordt nergens aangetoond.”

Couzy, generaal buiten dienst, is degene die er in het NIOD-rapport het meest van langs krijgt. Hij kan strafrechtelijk worden vervolgd wegens het bewust achterhouden van informatie. Couzy zal maandag naar verwachting alles uit de kast halen om zijn gelijk aan te tonen.

Tussen Couzy en Van Baal was luitenant-generaal M. Schouten baas van de landmacht. Ook hij wist van het drama en de nasleep. Schouten vervult nu een topfunctie bij de NAVO. Hij is niet door de enquêtecommissie uitgenodigd om in het openbaar te worden gehoord.