„Ik dacht: Daar gaat de werf”
Een felle brand heeft vannacht de zeilmakerij van de Bataviawerf in Lelystad in de as gelegd. „Dit is niet de ondergang van de werf.”
Aryan Klein, bouwmeester en woordvoerder van de Bataviawerf, kan een glimlach niet onderdrukken als tegen halftien vanmorgen de plaatselijke slager in zijn witte bestelbusje komt aangereden. „Tja”, zucht hij, „het restaurant staat er nog; de bezorging gaat natuurlijk gewoon door.”Op zijn aangeven sjouwt de slager een lading bevroren kippenpootjes naar de keuken. „Eet smakelijk”, grijnst de man.
Klein heeft de schrik nog in de benen. „Maar het had erger kunnen zijn”, benadrukt hij, terwijl een brandweerman van het korps Lelystad vanaf een hoogwerker stralen water spuit in de rokende resten van de zeilmakerij.
Klein is vol lof over de brandweer. „De korpsen van Lelystad, Harderwijk en Almere hebben erger voorkomen. Trouwens, ik heb ook nog een wagen uit Amsterdam gezien.”
Rond gisteravond tien uur kwam Klein op de werf. „Als je komt aangereden en je ziet die enorme vlammen, zinkt de moed je in de schoenen. Ik dacht: Daar gaat de werf.”
Inmiddels is de omvang van de schade duidelijk: de zeilmakerij en het pakhuis, inclusief de zeilen van de Batavia, gingen verloren. Ook een administratiekantoor en een reserveringskantoor gingen in vlammen op. Vooral het vuur in het administratiekantoor bood gisteravond een alarmerende aanblik. Klein: „Het leek of er iemand met een vlammenwerper bezig was.”
Behalve bedroefd is Klein ook opgewekt. De Batavia, de wereldberoemde replica van het VOC-schip, lag aan de bovenwindse kant en heeft geen enkele schade. Ook de in aanbouw zijnde replica van De Zeven Provinciën bleef gespaard. „De vlammen lekten aan de bouwsteiger, maar er zijn alleen wat schroeiplekken te zien.”
Over de oorzaak van de brand is nog niets bekend. Zeker is volgens Klein dat het vuur ontstond na werktijd. „Er waren geen mensen meer op de werf.”
Bordjes op de werf geven bezoekers tekst en uitleg over de werkzaamheden. De teksten belichten de geschiedenis van de VOC voor kinderen. Ze gaan over leerling-smid Hugo en scheepsjongen Rolf, die met de Nieuw Hoorn naar Oost-Indië varen. En over De Zeven Provinciën die onder de beroemde bevelhebber Michiel Adriaansz. de Ruyter meevocht „in vele zeeslagen om de Nederlandse handelsroutes te beschermen.”
Als de werf is geopend, kunnen kinderen er met de circa 14 betaalde krachten en ongeveer 250 vrijwilligers spanten bouwen. „Voorlopig zit dat er niet in”, zegt Klein bedrukt.
Bij de brand is asbest vrijgekomen. „Op het dak van het pakhuis lag asbesthoudend materiaal. Dat is de lucht ingegaan.”
Hoewel de vitale onderdelen van de werf onbeschadigd bleven, moeten bezoekers er voorlopig wegblijven. „Vanwege het asbestgevaar. Zaterdag hadden we zo’n 500 bezoekers. Het is herfstvakantie; het had een mooie week kunnen zijn.”
De officier van dienst van het brandweerkorps Lelystad maant het personeel van de werf achter de rood-witte afzetlinten te blijven. Op het water deint de Batavia zachtjes heen en weer. Klein wijst naar het schip met zijn stoere masten. „Zo gauw het kan, gaan we weer draaien. Dit is niet de ondergang van de werf.”