Binnenvaart groeit gestaag
De binnenvaartsector maakt een gestage groei door. Deze schaalvergroting levert echter dilemma’s op. Door de toename van de scheepsomvang zijn plaatsen aan kleinere vaarwegen bijvoorbeeld steeds slechter over water te bereiken. Schippers kunnen van de bank echter gemakkelijker een grote lening krijgen voor een groot schip, dan een kleine lening voor een klein schip.
De binnenvaartsector boog zich donderdag tijdens de beurs Rotterdam Maritime over de problemen van schaalvergroting. Het aantal binnenvaartschepen onder Nederlandse vlag is in ruim 25 jaar tijd verminderd van 8146 in 1975 naar 4539 stuks in 2001, maar het gemiddelde tonnage is in dezelfde periode toegenomen met een factor 88, van 100 naar 188.
De drijfveren voor schaalvergroting in de binnenvaart zijn verschillend, aldus mr. A. N. Roos van het Centraal Bureau Rijn- en Binnenvaart (CBRB). Behalve economische factoren en wettelijke voorschriften ziet hij ook sociale en emotionele argumenten. „Mijn buurman bestelt een schip van 110 meter, dan moet ik het ook.” Volgens Roos zijn prestige, status en comfort belangrijke drijfveren voor schaalvergroting.
De CBRB-voorman verwacht een drastische wijziging in de arbeidsstructuur van de sector. „Over tien jaar ziet de binnenvaart er totaal anders uit.” Hij signaleerde een verdere afname van familiebedrijven in de tankvaart, sleep- en duwvaart, passagiersvaart en veerdiensten. Maar ook in de droge ladingvaart vermindert het aantal familiebedrijven.
Peter Kluytenaar van Serendipity, werkzaam in de maritieme sector, ziet „geen aanleiding” voor zo’n daling. „Familiebedrijven zijn vanouds heel sterk. Je moet ook een beetje gek zijn om te varen.” De motivatie van een schipper is niet het geld. „Als je geld wil verdienen, moet je tegenwoordig ergens anders gaan werken. Er wordt veel verdiend aan vervoer, maar niet door degenen die het uitvoeren.”
De binnenvaart is recent de grens van 100 miljoen ton vervoerde vracht per jaar gepasseerd. Nog nooit eerder heeft het ’natte’ vervoer zo veel tonnage vervoerd. Toch is de 100 miljoen ton maar 20 procent van het totale transport in Nederland. De resterende 80 procent gaat via weg en spoor. De sector hoopt via innovatieve projecten zoals Distrivaart (vervoer van pallets) meer tonnen van de weg te kunnen halen.
Ir. J. Toorenburg ziet echter „een Berlijnse muur” tussen vervoer over weg en vervoer over water. De bereikte verschuivingen zijn „marginaal getob”, aldus de topambtenaar van het ministerie Verkeer en Waterstaat. „Vracht op de weg is met geen zeven paarden naar het water te krijgen.”
Als uitzondering noemde hij het containervervoer. „Vanuit het niets is het vanzelfsprekend geworden.” Een mogelijk nog grotere verandering ziet ook hij in de Distrivaart. „Als het met de pallets lukt, lukt het straks met de dozen ook.” Tegelijkertijd signaleerde de topambtenaar op kleinere vaarwegen een afname van transport over water doordat de overheid onderhoud uitstelt, kleinere vaarwegen slechter bereikbaar zijn en schepen groeien. „De overheid focust het onderhoud op de hoofdtransportassen. Een vicieuze cirkel.”