Dat stelde oud-minister De Vries maandag. Behalve de afzijdige houding van de gemeente verwijt De Vries haar krampachtig omgegaan te zijn met de financiële en bestuurlijke problemen, die de club bijna de das om deden.De oud-minister leidde een onafhankelijke commissie, die in opdracht van de gemeente Den Haag onderzocht wat er de afgelopen jaren is misgegaan in de relatie tussen ADO en de gemeente. Maandag presenteerde de commissie haar bevindingen.

ADO kwam vorig jaar in zwaar weer terecht door tegenvallende inkomsten en een torenhoge schuld. Vooral de vertraagde oplevering van het nieuwe stadion en de kosten van de opgeschroefde veiligheidseisen kostten de club veel geld. Door een miljoeneninvestering van de Rijswijkse zakenman Mark van der Kallen en een reddingsplan van de gemeente werd de club voor een faillissement behoed.

Zo’n tien jaar geleden had de gemeente Den Haag de ambitie ADO naar een hoger niveau te tillen. „De gemeente is een heel eind gekomen. ADO heeft inmiddels een nieuw stadion dat staat. Bovendien speelt de club nu in de eredivisie”, aldus De Vries.

Maar er ging ook het een en ander mis. Het scheelde niet veel of de club was failliet gegaan, terwijl er net een nieuw stadion was gebouwd. De gemeente leunde te veel op een stichting die zij in het leven had geroepen om de bouw van het stadion te realiseren. „Den Haag had veel in de club geïnvesteerd, maar verzuimde toe te zien op de organisatie”, aldus De Vries.

Toen het college in het voorjaar van 2007 wel zicht kreeg op de problemen, liet het volgens De Vries na om de gemeenteraad hierover goed te informeren. „Het was een vrij overzichtelijk probleem, maar men deed alsof er een groot gevaarlijk beest op hol was geslagen.”

Wethouder Dekker (VVD), die sinds 2006 de portefeuille sport beheert, gaf toe dat „de relatie tussen de gemeente en ADO niet altijd probleemloos is geweest.” Hij zei de aanbevelingen van de commissie ter harte te nemen. Zo zal er meer bestuurlijk overleg zijn tussen ADO en de gemeente.