Wezep boos na late tip vermissingszaak
In Wezep is met verbazing en verontwaardiging gereageerd op de recente tip in de 25 jaar oude vermissingszaak van Eefke Wolf.
Wolf verdween op donderdagavond 18 augustus 1983 na haar werk in Hattem. Die avond hebben collega’s haar het laatst gezien.Vrijdag besteedde het televisieprogramma TROS Vermist aandacht aan de zaak. Een tipgeefster zegt dat ze na de verdwijning aanwijzingen kreeg dat Eefke Wolf begraven ligt bij een zandwinningsplas aan de Middeldijk bij Hattemerbroek. Veel inwoners van Wezep snappen niet dat de vrouw dat nu pas vertelt. De politie zegt de tipgeefster snel te willen spreken.
Het is dit jaar 25 jaar geleden dat de destijds 25-jarige Eefke Wolf uit Wezep verdween. Ze is voor het laatst gezien toen ze ’s avonds rond elf uur haar werk in het gezinsvervangend tehuis in Hattem verliet om naar huis te gaan. Haar bromfiets werd in de stalling aangetroffen, maar Eefke was -met haar bromfietshelm- verdwenen. Ondanks grootscheepse zoektochten is er nooit een spoor gevonden.
Een kwarteeuw later besluit dorpsgenoot Gerrie, die niet met haar naam in de media wil, het programma Vermist te benaderen: „Ik denk te weten waar Eefke begraven ligt”, zo meldt ze in het televisieprogramma. Gerrie komt nu naar buiten met haar verhaal, omdat het terrein rond de plek waar ze op doelt bouwrijp wordt gemaakt voor een industrieterrein en verbreding van de snelweg.
„Kort na de verdwijning zag ik dat er graszoden van mijn terrein gestolen waren en ik vond ze terug aan de nabijgelegen visvijver. Het was die avond mistig en ik schrok van de man die op de plek stond waar mijn plaggen lagen. Vroeger was daar een gat maar nu was het dichtgegooid.”
Gerrie meldde dit voorval niet aan de politie omdat die volgens haar ook niet kwam kijken toen ze vertelde dat ze een bromfietshelm had gevonden in de sloot. „Het gonsde in die tijd van de geruchten in het dorp. De politie zal haar handen vol gehad hebben, maar de gedachte dat Eefke daar begraven ligt, heeft me nooit los gelaten. Nu de bouwmachines oprukken, moet ik het wel zeggen, anders verdwijnt ze misschien voorgoed.”