In gesprek met ‘lastige’ ouders
Lastige ouders? Die bestaan niet! Wel ouders die zorgen hebben. Een stelling die onder onderwijsgevenden wisselende reacties oproept.
Het was woensdag een van de stellingen tijdens een seminar over de communicatie tussen ouders en scholen. De bijeenkomst was belegd door scholenorganisatie VGS, het Ds. G. H. Kerstenonderwijscentrum, RMU, SGP en RD.Lastige ouders zijn er eigenlijk niet, al kun je hen wel als lastig ervaren, onderschreef basisschooldirecteur J. Flier uit Ede de stelling. „Ouders hebben recht op informatie over en betrokkenheid bij het onderwijs. Scholen moeten ouders regelmatig vragen: Vindt u het goed dat wij het zo doen?”
„Er zijn ouders die onevenredig hoge eisen stellen”, nuanceerde drs. M. Sinke, voorzitter van een basisschool in Moerkapelle. „Laat een school klachten serieus nemen, maar niet na elke klacht een groot onderzoek beginnen. Ouders moeten rekening houden met de mogelijkheden van een school. Een school mag grenzen stellen aan het gedrag van ouders, maar je moet daar wel een vervolg aan geven. Laat een derde proberen de communicatie vlot te trekken.”
Nog geen 10 procent van de pabo’s en lerarenopleidingen besteedt aandacht aan de communicatie met ouders, zo bleek vorig jaar uit onderzoek. En áls het gebeurt, blijft het vaak beperkt tot het aanleren van gesprekstechnieken, stelde P. de Vries van onderwijsadviesbureau CPS. „Als zaken op een school niet bespreekbaar zijn, haken ouders af of gaan ze negatieve ervaringen met elkaar delen.”
De Vries zei bezig te zijn met een onderzoek op een school „waar 5 tot 10 procent van de ouders het voor elkaar gekregen heeft de hele school in rep en roer te brengen.” Hij verklaarde ook op reformatorische scholen steeds meer trainingen te geven. „Ook op die scholen kom ik in toenemende mate problemen tegen met ouders die te emotioneel reageren en soms echt over de schreef gaan. In plaats van die problemen aan te pakken, zou ik liever preventief werken: hoe kunnen scholen de communicatie met de ouders verbeteren.”
Hulp van ouders
De betrokkenheid van ouders bij schoolactiviteiten wisselt. „Jonge leerkrachten vinden het soms wel erg vanzelfsprekend dat ouders bij allerlei activiteiten helpen. Dat zal minder worden naarmate het aantal tweeverdieners in onze kring toeneemt”, zei G. J. Bosland, vader van leerlingen uit Amersfoort.
Uit wereldwijd onderzoek blijkt dat leerlingen er niet aantoonbaar beter van worden als ouders bij activiteiten op school betrokken zijn, stelde De Vries. „Betrokkenheid thuis bij hun kinderen is uiteraard wel belangrijk.”
Gemiddeld komt in Nederland slechts 20 procent van de ouders naar een ouderavond, zo blijkt uit ander onderzoek. Een derde onderzoek, naar de vraag of de school als brug of als bastion ervaren wordt, riep vorig jaar volgens De Vries „een redelijk aantal reacties” op, maar er was niet één school die reageerde. „Dat zegt mij genoeg.” Scholen moeten opener zijn voor ouders, stelde de CPS-consultant.
Ouderbetrokkenheid blijkt soms op mooie momenten, zei een basisschooldirecteur uit Dordrecht. „Als ouders aan het eind van het cursusjaar een kaart sturen -soms vergezeld van een cake- waarin ze de leerkracht van hun kind bedanken. Sommigen schrijven dat ze gebed voor de school hadden.”