Utrecht alert op radicalisering jeugd
De gemeente Utrecht steekt extra energie in het voorkomen van polarisering en radicalisering.
Jongeren die vatbaar zouden kunnen zijn voor radicale ideeën krijgen extra aandacht. Dat heeft burgemeester Wolfsen maandag bekendgemaakt.Het Instituut voor Veiligheids- en Crisismanagement (COT) voerde in opdracht van de gemeente een onderzoek uit naar polarisatie en radicalisering in Utrecht. Uit de rapportage blijkt dat er geen grote problemen zijn, maar dat er wel een zekere voedingsbodem is voor mogelijke radicalisering, zowel vanuit islamitische als vanuit rechtse hoek.
Wolfsen maakt zich geen grote zorgen naar aanleiding van het rapport van het COT, maar zegt nadrukkelijk alert te blijven op de ontwikkelingen in zijn stad. „Gedachtegoed, hoe radicaal ook, mag in dit land. Vrijheid van godsdienst of vergadering staat bij mij voorop, maar we moeten voorkomen dat mensen buiten de samenleving vallen of zich tegen de samenleving keren.”
Volgens wethouder Den Besten (Jeugd, Onderwijs, Volksgezondheid) gaat een groot deel van de zorgen uit naar Marokkaanse jongeren, maar is het te makkelijk om grote groepen jongeren over één kam te scheren. „Niet iedereen in een lange jurk is radicaal”, zegt Den Besten. Volgens haar moeten jongeren in het onderwijs goed gevolgd worden. „Leraren zien deze jongeren 250 dagen in de week. Eventuele radicalisering zal hier opvallen en moet doorgegeven worden. Dan kan er gelijk actie worden ondernomen om deze jongens weer aan te laten haken”, aldus Den Besten.
Wolfsen wil door een open dialoog met bijvoorbeeld de Marokkaanse gemeenschap voorkomen dat er problemen in Utrecht zouden ontstaan. Vlak voor het uitbrengen van de film ”Fitna” door PVV-leider Wilders heeft de burgemeester gesprekken gehad met leiders uit de Marokkaanse gemeenschap. Volgens Wolfsen is dit van beide kanten goed bevallen en zou dit structureel moeten worden ingevoerd. „Feitelijk hebben we een gezamenlijk belang: een prettige en aangename stad om in te leven.”
Ook andere gemeenten pakken radicalisering aan, al loopt dat nog vaak moeizaam. Het onderwerp zit nog te veel in de taboesfeer en signalen worden vaak gebagatelliseerd, zei voorzitter Marcouch van het Amsterdamse stadsdeel Slotervaart vorige week. Hij signaleert dat ouders, onderwijsinstellingen en andere overheidsinstanties tekortschieten. Hij vindt dat behalve de gemeenten, ook andere instanties een antiradicaliseringsbeleid moeten ontwikkelen. „We moeten echt het taboe doorbreken bij zowel ouders en docenten als welzijnsmedewerkers. Ze moeten maar één doel voor ogen hebben en dat is de kinderen erbij houden.”