Oog in oog met bronstige herten
De edelherten op de Veluwe hebben het najaar in het hoofd. Vol jaloezie strijden de mannetjesherten om hindes. De charme van de machtige dieren trekt echter niet alleen herten. Ook natuurliefhebbers en fotografen doen er alles voor om de herten te zien.
Hoewel de regen gestaag valt, laten belangstellenden zich niet weerhouden van een bezoek aan het Nationale Park De Hoge Veluwe. Van heinde en ver komen ze om het bijzondere geluid van de bronstige edelherten te horen. In de door zwijnen omgewroete berm staan auto’s uit Den Haag, Zeeland en Amsterdam. Een vrijwilliger van Staatsbosbeheer met jagershoedje en groene jas heeft Belgische auto’s en zelfs een Franse camper gesignaleerd.De belangstelling voor de bronsttijd is volgens een woordvoerster van de VVV te Otterlo ieder jaar groot. „De wandelingen die wij organiseren naar kijkplaatsen zijn binnen een uur volgeboekt.” De VVV en De Hoge Veluwe kunnen niet meer excursies aanbieden, omdat de ruimte op wildkansels te beperkt is. Daarom krijgen donateurs van het park eerst een kans. Geïnteresseerden die niet aan de beurt komen, trekken soms zelf de bossen in. Dat kan gevaarlijke situaties opleveren, doordat auto’s verkeerd geparkeerd worden en mensen geen reflecterende kleding dragen. Toch noemt de woordvoerster van het nationale park de aanwezigheid van de vele bezoekers niet vervelend. „Mensen gedragen zich netjes en houden zich rustig om de herten niet te storen.” De interesse voor de bronst kan ze wel verklaren. „Het is toch leuk om op safari te kunnen in eigen land?”
Gevechtsklaar
Hoewel het najaar sowieso een roerige tijd is voor de edelherten, stellen ze hun kostbare gewei niet zomaar in de waagschaal. De mannetjes gaan alleen de strijd aan wanneer een vrouwtje in hun buurt paringsrijp is. Hun geweien hebben ze in de loop van het jaar gevechtsklaar gemaakt. De huid hebben ze langs bomen afgeschraapt, zodat het gewei minder gevoelig is. De buitenkant van de gemiddeld 6 kilo zware gevaartes is keihard, maar vanbinnen zijn ze zacht. Een Hagenaar, uitgerust met verrekijker en paraplu, zegt dat hij de verhoogde activiteit van de herten prachtig vindt. Twee weken geleden is hij ook al wezen kijken. „Het burlen is een oergeluid. Ik kan niet goed omschrijven wat ik hoor en voel, maar het heeft iets mystieks. Vooral als ik hier ’s avonds alleen in het donker loop, is het heel bijzonder.” Het burlen van de mannetjesherten klint diep en is op grote afstand te horen. Met dit signaal geven de vechtersbazen aan dat ze bereid zijn om te vechten voor de hinde van hun dromen.
De natuurliefhebbers hebben deze avond geluk. De hindes laten zich van hun beste kant zien en komen steeds dichter bij het publiek. Hun soortgenoten van de mannelijke kunne houden de roedels nauwkeurig in de gaten. Dat valt deze keer niet mee; de roedel die de geparkeerde auto’s vlak bij de observatieplek nadert, is omvangrijk. Gemiddeld bestaat een roedel uit zo’n tien tot vijftien hindes. Deze roedel telt er maar liefst dertig. Dat de dieren zo dichtbij komen, is mede te danken aan het beleid van het Nationale Park De Hoge Veluwe. In de buurt van de zogeheten spottersplekken worden appels en ander voer neergelegd. Daar komen de roedels op af.
De medewerker van Staatsbosbeheer staat tijdens de bronsttijd dagelijks langs de kant van de weg. „Mijn vrouw is vorig jaar overleden en ik zoek hier wat afleiding. Ik vind het een fantastisch schouwspel.” De zeventiger is gedurende het hele jaarook actief als gids en kampleider en geeft dan rondleidingen in de bossen.
Vakantie
Twee echtparen uit Zeeland zijn ook van de partij. Al veertien jaar nemen ze in de herfst twee weken vakantie om de bronsttijd in het oosten van het land mee te kunnen maken. Daarna keren ze terug naar hun woonplaats, om de paartijd van de damherten op Schouwen-Duiveland bij te wonen. „In het voorjaar komen we terug naar de Veluwe; we vinden het prachtig om dan de pasgeboren hertjes te bewonderen.”