Verstrikt in een web van regels
Onbereikbare ambtenaren, ellenlange procedures of ontwerpen die steevast worden afgekeurd. Architecten klagen steen en been over de dienstverlening van gemeenten bij de afhandeling van aanvragen voor bouwvergunningen. Maar ambtenaren zien zelf ook door de bomen het bos niet meer.
Een noodkreet noemt Marie Hélène Cornips het. De directeur van de Bond van Nederlandse Architecten (BNA) ontvangt steeds meer signalen dat het met de dienstverlening door gemeenten niet in de haak is. „Onze leden klagen er steeds vaker over dat het indienen van bouwaanvragen ernstig wordt bemoeilijkt door de manier waarop gemeenten ermee omgaan.”Voor de BNA reden om breed onderzoek te laten doen onder de achterban van de bond. De uitkomsten, vorige week gepubliceerd, waren niet mals. „Twee van de vijf architectenbureaus noemen de dienstverlening van de gemeenten slecht tot zeer slecht. Maar liefst 63 procent is ontevreden over de deskundigheid van ambtenaren.”
Volgens Cornips lopen nieuwbouw- en renovatieprojecten hierdoor onnodige vertraging op. „Maar niet alleen dat; ook de kosten voor architecten en hun opdrachtgevers stijgen.”
De BNA-leden ergeren zich vooral aan de hoeveelheid tijd die verloren gaat. „Daarnaast stuiten veel leden op onbegrip. Uit het onderzoek blijkt dat ambtenaren vaak niet in staat zijn oplossingsgericht mee te denken”, aldus Cornips.
Ze wijt de problemen bij gemeenten vooral aan een gebrek aan kennis. Toch wil ze niet direct met de vinger naar de ambtenaren wijzen. Cornips: „De rijksoverheid hevelt steeds meer taken over naar lagere overheden, maar verzuimt hen daarvoor toe te rusten. Ambtenaren zien ook door de bomen het bos niet meer. Wat nodig is, is een kwalitatieve inhaalslag en eenvoudiger regels.”
Ingewikkeld
Henk Middelkoop uit Barendrecht nam onlangs Architectengroep Kok & De Haan in Delft over. Hij kan zich wel vinden in de kritiek van zijn collega’s, maar zegt net als Cornips dat gemeenten vaak het slachtoffer zijn van de ingewikkelde regelgeving. „Ambtenaren worden afgerekend op vergunningsaanvragen waarvan de termijn is verstreken. Dat willen ze koste wat het kost voorkomen en daar richten ze dan ook alle aandacht op.”
Gevolg is dat buitengewone aanvragen vaak nodeloos lang blijven liggen, zegt Middelkoop. „Soms heb je plannen die buiten de voorschriften vallen. Dan is vaak een aanvullende procedure nodig, waardoor de gemeente voor een vergunning niet meer gebonden is aan de wettelijke termijn van twaalf weken.” Het zijn juist dit soort aanvragen waarop het bij de gemeente vastloopt. „In die gevallen voel je je soms net de manager van de betreffende ambtenaren. Je moet overal achteraan bellen om te voorkomen dat de procedures stilvallen.”
De Delftse ontwerper heeft wel een oplossing voor het probleem. „Gemeenten moeten het kwaliteitssysteem voor gewone plannen ook inzetten op buitengewone aanvragen. Daarmee komt veel meer snelheid in de procedures.”
Zelf was Middelkoop onlangs nog verwikkeld in een moeizaam traject met de gemeente. „Mijn opdrachtgever kocht de voormalige hervormde pastorie in De Meern. Aan de achterzijde van het pand was ooit een uitbouw met een plat dak gerealiseerd. Niet fraai ten opzichte van de rest. Ik tekende daarom een kapvorm die beter aansloot bij de woning. Maar volgens de gemeente voldeed het plan niet omdat het „te veel inhoud” had gekregen. Voordat we door middel van ingewikkelde berekeningen hadden aangetoond dat het binnen de norm viel, waren we weken verder.”
Daarmee zijn de problemen nog niet voorbij. De stedenbouwkundige dienst keert zich tegen de voorgenomen verbouwing. „Op aanbouwsels zouden geen kappen mogen. Nadat ik met eerdere ontwerpen, nota bene uit 1962, kon aantonen dat men er toentertijd anders over dacht, ging de dienst overstag.”
Welstand
Groot is zijn verbazing als vervolgens de welstandscommissie aangeeft juist een duidelijker accent op de achtergevel te willen. „Met welstand voer je dus een discussie die eigenlijk bij de stedenbouwkundige dienst thuishoort, en met de dienst praat je over zaken die welstand aangaan. Onderling stemmen zij blijkbaar nauwelijks zaken op elkaar af.”
De tijd begint te dringen voor Middelkoops opdrachtgever. „Ik heb de gemeente gemeld dat als de vergunning niet tijdig afgegeven kon worden, mijn klant zou afzien van de kap. Toen ging welstand gelukkig akkoord.” Uiteindelijk wordt afgesproken dat Middelkoops opdrachtgever in afwachting van de bouwvergunning vast mag starten met de renovatie. „Dat was voor alle partijen toch een bevredigende oplossing.”
Werkdruk
Voor de Vereniging Eigen Huis (VEH), de landelijke organisatie voor eigenwoningbezitters, komen de resultaten van het BNA-onderzoek niet als een verrassing. Volgens beleidsadviseur Steven Wayenberg is de oorzaak makkelijk vast te stellen. „De gemeente moet elk vergunningsplichtig bouwproject toetsen aan het landelijk bouwbesluit. Dat kost enorm veel tijd. Vaak is er te weinig mankracht en te weinig kennis. Bovendien is de werkdruk hoog.”
Om het knelpunt bij de gemeenten weg te nemen, pleit VEH voor een landelijk expertisecentrum. Gemeenten zouden bouwaanvragen daar rechtstreeks naartoe kunnen sturen. Een team van gekwalificeerde mensen kan vervolgens snel en efficiënt toetsen en de aanvragen voorzien van advies terugsturen.
„Het bouwbesluit is een landelijke richtlijn; toets die dan ook landelijk. Zo hoeft niet elke gemeente telkens opnieuw te toetsen, maar kan snel en eenduidig worden geadviseerd.”
Dekker
Het voorstel van de VEH vindt tot nu toe weinig weerklank, zegt Wayenberg. „Nu komt de commissie-Dekker, die momenteel de wet- en regelgeving bij bouwprocessen onderzoekt, weer met een ander voorstel. Zij wil de toetsing weghalen bij de gemeenten en geheel overlaten aan de bouwbedrijven, om zo de gemeenten te ontlasten. Daar zijn wij geen voorstander van. Dat is alsof je een slager vraagt z’n eigen vlees te keuren.”
De architectenbond ziet wel iets in het voorstel van de commissie-Dekker, zegt directeur Cornips. „Maar het is slechts een deeloplossing. Wij vinden het vooral belangrijk dat de overheid inzet op vereenvoudiging van de regels.” Om dat te bewerkstelligen, stuurde de BNA het onderzoek ook naar de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) en naar drie betrokken ministeries. „We willen snel met hen om tafel om te praten over mogelijke oplossingen. Want dat er iets moet gebeuren, is helder.”