Binnenland

Optimistische doorzetter

Hij steekt zijn bewondering voor Amerikanen niet onder stoelen of banken. Charles Groenhuijsen, columnist en publicist, zegt elke keer weer versteld te staan van het optimisme en de daadkracht waarmee het Amerikaanse volk het hoofd biedt aan problemen in eigen huis en brandhaarden wereldwijd. Zijn liefde voor Amerika is niet kritiekloos, maar het dedain waarmee veel Nederlanders over het land oordelen, stuit hem tegen de borst. „Soms krijg ik bijna de indruk dat mensen het liefst hebben dat Bush de oorlog in Irak verliest.”

Ben Tramper
19 September 2008 11:02Gewijzigd op 14 November 2020 06:24
Charles Groenhuijsen, auteur van boeken over onder andere Amerika en de presidentsverkiezingen: „Toen president Bush de vraag werd gesteld wie zijn grootste inspirator was, antwoordde hij: Jezus Christus. Ik ben de laatste die daarover laatdunkend zal doe
Charles Groenhuijsen, auteur van boeken over onder andere Amerika en de presidentsverkiezingen: „Toen president Bush de vraag werd gesteld wie zijn grootste inspirator was, antwoordde hij: Jezus Christus. Ik ben de laatste die daarover laatdunkend zal doe

Hij krijgt de vraag om de haverklap voorgelegd. Op straat, tijdens lezingen, bij congressen. Wie wint de Amerikaanse presidentsverkiezingen? „Mijn antwoord is heel eenvoudig: Ik weet het niet”, zegt Amerikakenner Charles Groenhuijsen (54). „Maar dat de eindstrijd spannend wordt, staat buiten kijf.”Wat zegt uw gevoel?
„Dat er geen pijl op te trekken valt. McCain is een man met een ijzersterke biografie; Amerikanen zijn onder de indruk van zijn levensverhaal. Ook Obama doet het geweldig. Mensen voelen zich door hem geraakt. Zijn optreden werkt inspirerend. Hoop, dat hebben de Amerikanen meer dan ooit nodig.”

Wie van beiden heeft uw voorkeur?
„Ik ben, met twijfel in het hart, voor Obama. Met twijfel, omdat hij geen ervaring heeft en omdat hij weliswaar zegt dat er een nieuwe politiek in Amerika moet komen, maar de afgelopen jaren als senator nooit dapper tegen de eigen, Democratische partijlijn is ingegaan. Kan hij waarmaken wat hij belooft?”

Groenhuijsen raakt over Amerika niet snel uitgesproken. Hij kan uren en uren vertellen over zijn ervaringen in het land waar hij zich ruim twintig jaar geleden vestigde, ware het niet dat zijn agenda paal en perk aan zijn afspraken stelt. Als correspondent voor onder meer het NOS Journaal maakte Groenhuijsen diverse keren de presidentsverkiezingen van nabij mee, deed hij verslag van 11-9 en volgde hij het optreden van het Amerikaanse leger tijdens de oorlog in Irak op de voet.

Twee jaar geleden kwam de verslaggever, getrouwd en vader van drie jongens, zelf in het nieuws wegens zijn ontslag bij de NOS. Op de achtergrond speelde een zakelijk conflict, later oordeelde de rechter dat hij ten onrechte de laan was uitgestuurd. Sindsdien runt Groenhuijsen zijn eigen mediabedrijf. Hij verzorgt spreekbeurten, geeft leiding aan vergaderingen en congressen en treedt op als gastheer bij bedrijven en instellingen.

Veel rust in het lijf heeft Groenhuijsen niet: tussen de bedrijven door schreef hij de afgelopen jaren ook nog een reeks boeken, waaronder ”Hoera! Een nieuwe president” en ”Amerikanen zijn niet gek”. Van de laatste uitgave verscheen vorige maand de 24e druk.

Opvallend genoeg staat op de omslag van bijna al uw boeken een afbeelding van uzelf. Hoe ijdel bent u?
Luchtigjes: „Ach ja, wie is er niet op enigerlei manier ijdel? Ik doe het niet om bekend te worden, want dat ben ik al, vooral door mijn werk bij de NOS. De praktijk wijst uit dat Charles Groenhuijsen een soort merknaam is. Mensen linken mijn persoon met Amerika. Vandaar dat ik ervoor heb gekozen op covers te gaan staan.”

U maakt een energieke, maar soms ook vermoeide indruk. Mee eens?
„Dat kan ook bijna niet anders. Ik heb het altijd waanzinnig druk. ’s Ochtends sta ik vroeg op, ’s avonds lig ik zelden voor twaalf uur in bed.”

U pendelt jaarlijks vijftien tot twintig keer heen en weer tussen Nederland en Amerika. Hoe voorkomt u dat u permanent in een jetlag verkeert?
„Ik doe alsof die niet bestaat. Er zit niets anders op. Als gezin hebben we ervoor gekozen in Amerika te blijven wonen, in een mooie wijk in Bethesda, net buiten Washington. Het is duidelijk dat mijn marktwaarde in Nederland ligt. Dat betekent dat ik veel reis. Ik vind het niet erg. Ik geniet dagelijks van mijn werk. Het scheelt dat ik het vermogen heb op elke plek en op elk moment van de dag te kunnen rusten. Als ik ergens tien minuten te vroeg ben, vul ik die tijd met slapen.”

U heeft zich de afgelopen jaren grondig verdiept in de Amerikaanse volksziel. Wat in de Amerikanen bewondert u het meest?
„Hun optimisme en daadkracht. Daar hoef ik niet lang over na te denken. Je kunt op het land van alles aanmerken. Er ís ook van alles mis. Denk aan de armoede, de sociale ongelijkheid en het geweld. Maar wat mij enorm aanspreekt, is de creativiteit waarmee de Amerikanen in het leven staan. Ze zijn inventief en werken hard.”

In hoeverre hebben ze u persoonlijk gevormd?
„Moeilijk te zeggen. Van huis uit ben ik een doorzetter en een optimist. Mensen krijgen mij er niet snel onder. Amerikanen zetten problemen die ze op hun weg tegenkomen om in hun voordeel. Dat past bij mij. Het ontslag bij de NOS gaf mij een ontzettende dreun. Ik vond het vreselijk. Maar de dag erna ben ik begonnen aan een boek, dat uiteindelijk de titel ”Leve Nederland” kreeg. Ik dacht: Ik laat me niet gek maken.”

In zulke omstandigheden komt uw ware aard naar boven?
„Zo zit ik in elkaar. Of ik dat van de Amerikanen heb geleerd, weet ik niet. Het is wel iets wat ik overal in het land tegenkom. In Nederland schuiven we de verantwoordelijkheden graag door naar elkaar. Nederlanders vinden dat politici het slecht doen. Ten diepste denken ze: Den Haag moet beter voor mij zorgen. Dat is de Amerikanen vreemd. Zij hebben ook geen keuze: een sociaal vangnet zoals in Nederland bestaat niet.”

In uw bestseller ”Amerikanen zijn niet gek” wilt u Nederlanders beter laten kennismaken met het Amerikaanse volk. Hoe bevooroordeeld zijn wij?
„Nederlanders spreken over het algemeen nogal aanmatigend over Amerikanen. Alsof zij een dom en hypocriet volk zijn. Op mij komt dat nogal arrogant over, zeker omdat de grote woorden gebaseerd zijn op een minimum aan kennis. Ik praat echt niet alles goed wat er in Amerika gebeurt. Dat er 47 miljoen mensen geen ziektekostenverzekering hebben, vind ik ronduit slecht. Hetzelfde geldt voor de manier waarop ze met het milieu omgaan.”

„Maar er is méér. Laten we wel recht doen aan de 300 miljoen Amerikanen. Zij zijn over het algemeen ontzettend aardige mensen. De gemiddelde Amerikaan is voorkomend en vriendelijk. Hoffelijk en beleefd. Als je in New York de weg kwijt bent en je staat op een hoek van de straat na te denken met een plattegrond in de hand, dan heb je in no time iemand naast je met de vraag: „Can I help you?” Zoiets zie ik in Nederland niet vaak gebeuren.”

Het valt toch niet te ontkennen dat zich in de Amerikaanse samenleving allerlei paradoxen voordoen? Bloot in het publieke leven mag niet, terwijl de porno-industrie er big business is.
„Kijk ook naar een thema als geweld. Onze kinderen mogen niets dat ook maar enigszins lijkt op een wapen meenemen naar school. Zelfs een sleutelhanger aan een rugzak is verboden. Gaan ze gekleed in een shirt met daarop een gewelddadige tekening - gegarandeerd dat ze de opdracht krijgen dat binnenstebuiten te dragen. Dat is de ene kant. De andere kant is dat het geen politicus lukt om het wapenbezit te verbieden.

Hypocriet? Misschien wel. Maar mensen die dat oordeel uitspreken, vergeten vaak hoezeer het wapenbezit deel uitmaakt van het DNA-profiel van de samenleving. Dat hangt samen met diep ingesleten gevoelens van onafhankelijkheid en vrijheid.”

In een van uw boeken constateert u een frappant verschil tussen Europa en Amerika: in Europa stromen de kerken leeg, in Amerika blijven ze vol. Hoe verklaart u dat?
„In mijn directe omgeving worden volop huizen, scholen en kerken gebouwd. Bij ons om de hoek staan een Grieks-apostolische kerk en het gebouw van een unitaristische gemeente. Af en toe gaan mijn vrouw en ik erheen. Ik beschouw mijzelf niet als godsdienstig, maar een moment van bezinning en rust vind ik prima.

Een complex van factoren speelt een rol bij het christelijke stempel dat de Amerikaanse samenleving draagt. Sowieso is de onzekerheid in het dagelijks leven groter dan in Nederland. Als je je baan kwijtraakt, heb je niets. Dan ben je al snel aangewezen op de kerk. In Amerika vormen de kerken in feite een sociale dienst met een kruis erop. Hun prestaties op het gebied van liefdadigheid zijn indrukwekkend.

De puriteinse traditie werkt natuurlijk ook door. In regio’s als Iowa en Michigan wonen grote groepen mensen met uiterst conservatieve opvattingen.”

In hoeverre is het geloof een vernislaagje? Zijn mensen doordeweeks anders dan op zondag?
„Dat kan ik moeilijk beoordelen. Mijn vrienden en kennissen zijn allemaal mensen die het in economisch opzicht voor de wind gaat. Ze zijn financieel onafhankelijk van de kerk. Toch hebben ze gezinnen met kinderen en gaan ze trouw naar de kerk.”

Klopt het dat u hier en daar in uw boeken ietwat badinerend spreekt over godsdienstige items?
Verbaasd: „Is dat zo? Waar dan?”

Bijvoorbeeld als u schrijft over de conservatieve koers van president Bush.
„Misschien komt het niet goed over als ik schrijf dat God de verkiezingen van 2004 heeft gewonnen. Maar dat bedoel ik niet oneerbiedig of zo. Ik probeer slechts aan te geven hoe bij mensen als Bush het geloof functioneert. Toen hem de vraag werd gesteld wie zijn grootste inspirator was, antwoordde hij: Jezus Christus. Ik ben de laatste die daarover laatdunkend zal doen.

Waar ik kort na 11-9 wel grote moeite mee had, waren de uitspraken van sommige televisiedominees die de aanslagen een straf van God noemden vanwege de tolerantie tegenover homo’s. Hallo zeg, omdat ik homo ben heb ik de dood van 3000 mensen op mijn geweten? Ik vind het echt gemeen om zoiets te beweren. Het is één ding te zeggen dat homoseksualiteit niet goed is, het is een ander ding deze mensen de schuld van de aanslagen in de schoenen te schuiven. Ik ken de Bijbel te goed om te weten dat dat niet mag.

Dit soort uitlatingen heeft overigens het effect van een boemerang. Mensen nemen zulke veroordelingen van predikanten niet.”

Signaleert u onder christenen in Amerika een politieke koerswijziging?
„Zeker. Conservatieve leiders zijn er begin jaren tachtig in geslaagd om te claimen dat christen-zijn in politiek opzicht betekent dat je op de Republikeinen stemt. Je bent immers voor de doodstraf, tegen abortus, tegen euthanasie en tegen het homohuwelijk. Min of meer automatisch verbind je je dan ook aan het verhaal van de lage belastingen, een klein overheidsapparaat en summiere maatregelen voor het milieu. Oerconservatieve televisiedominees als Jerry Falwell en Pat Robertson hebben de christelijke boodschap van een politiek rechts stempel voorzien.”

„Vandaag de dag vindt een omslag in het denken plaats. Ook bij kerkelijke leiders. Zij zeggen: „Wacht even, als we de Bijbel erop naslaan en we leggen het programma van de Democraten ernaast, dan is de oproep om meer oog te hebben voor het milieu goed te verdedigen. We zijn immers geroepen tot rentmeesterschap over de schepping.” Wat wel een heikel punt blijft, is abortus. Evangelicalen deinzen terug voor het liberale standpunt van veel Democraten.”

Bent u het eens met commentatoren die zeggen dat George Bush junior de slechtste president is die Amerika ooit heeft gehad?
„Over Bush wordt uiterst negatief geoordeeld. De Amerikanen vinden dat hij er een janboel van heeft gemaakt. Ik deel hun visie. Maar ik zeg er wel bij: Het echte oordeel over Bush kunnen we pas over een jaar of tien vellen. Dan weten we wat er van Irak en Afghanistan terecht is gekomen. Als straks zou blijken dat er in Irak minder geweld is, dat de democratie in het land tot ontwikkeling komt en dat de godsdienstvrijheid vooruitgaat, zal de stemming in het voordeel van Bush omslaan.”

Wat vindt u van de Bushdoctrine?
„Ha, de vraag van ABC-presentator Charlie Gibson vorige week aan McCains running mate, Sarah Palin. Ik vond die vraag oneerlijk, hoewel ik het interview zelf niet als scherp heb ervaren. Ik zou precies hetzelfde hebben gezegd als Palin: „Wat bedoel je, Charlie?” Of ik zou een van de doctrines van Bush bij de kop hebben genomen en die in mijn antwoord hebben verweven. Bluf is niet altijd verkeerd.”

Houdt Palin evangelicale christenen in november in het Republikeinse kamp?
„Dat is onzeker. Barack Obama is een gelovig mens, dat draagt hij ook uit. Hij is bovendien een begiftigd spreker met een daadkrachtige en intelligente uitstraling. Toch komt Sarah Palin op evangelicalen meer dan hij over als een vrouw die zuiver is in leer en leven. Veel Amerikanen bewonderen haar standvastigheid omtrent abortus. Haar tienerdochter is zwanger, zelf heeft ze een gehandicapt kind.

Zag je overigens de foto van Palin in haar gouverneurskantoor in Alaska? Op de bank lag een grote berenhuid, inclusief opgezette kop; het dier is ooit geschoten door haar eigen vader. Dat is zo ontzettend Amerikaans - er spreekt outdoorlife uit, de puurheid van een pionier.”

Hoe anders worden volgens u de komende Amerikaanse verkiezingen dan anders?
„Ze zijn bij voorbaat al historisch te noemen. Voor het eerst maakt een zwarte kandidaat serieus kans in het Witte Huis te komen. Volgens veel Amerikanen gaat de droom die Martin Luther King 45 jaar geleden uitsprak met Obama letterlijk in vervulling. Zwarten hebben anno 2008 dezelfde burgerrechten als blanken. Kiezersonderzoek wijst uit dat zijn huidskleur niet van doorslaggevende betekenis is in de strijd om het presidentschap.”

„De verkiezingen worden gestempeld door het gevoel van de Amerikanen op een tweesprong te staan. Gaan we linksaf of rechtsaf? In het onderbewustzijn van het Amerikaanse volk leeft het idee dat de VS zijn eminente en overheersende positie in de wereld kwijtraken. Niet alleen door opkomende economische machten als China en India, maar ook doordat de wereld Amerika de rug heeft toegekeerd voor wat betreft de oorlog in Irak. Een dag na 11-9 kopte de Franse krant Le Monde: ”Wij zijn allemaal Amerikanen”. Van die steun is nauwelijks iets meer over. Dat maakt de Amerikanen niet alleen onzeker, maar vooral ook boos op Europa.

De verwachtingen onder de Republikeinen en de Democraten zijn torenhoog opgeschroefd. Dat leidt onherroepelijk tot grote frustraties na de verkiezingen: de helft krijgt niet de president die hij verkiest. Als Obama verliest, zal de woede onder de Democraten groot zijn. Als je nu, met zo’n goede kandidaat en met zo’n impopulaire zittende president, nog verliest, wanneer win je dan wel?

Zowel McCain als Obama zegt daarom keer op keer voorstander te zijn van een nieuw politiek beleid dat wordt gestempeld door meer gemeenschappelijkheid. Hopelijk weten ze die woorden straks waar te maken.”

Nederland is, zo blijkt uit onderzoek, in meerderheid voor Obama. Onderschatten wij de kracht van McCain?
„Mensen weten nauwelijks iets van John McCain af. Hij wordt door ons ook niet begrepen. Het sentiment rond zijn militaire verleden en zijn krijgsgevangenschap in Vietnam kennen wij in Nederland niet.

Ik vraag wel eens tijdens een spreekbeurt: Wie zouden jullie stemmen, Obama of McCain? Achtennegentig procent van de mensen kiest Obama. Als ik vervolgens vraag wie zich meer dan vijf minuten in de programma’s van beide kandidaten heeft verdiept, gaat er een handjevol handen omhoog. Aan de ene kant vind ik dat jammer. Hoe kunnen wij oordelen als we zo weinig verstand van zaken hebben? Aan de andere kant ben ik er blij mee. Het is immers mijn werk mensen te helpen hun kenniskloof te dichten.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer