Binnenland

De buurman als vijand

Rare jongens, die buren. De frustratie groeit, de verdraagzaamheid slinkt. Tot de bom barst. De rechter mag uitspraak doen, maar de relatie met de mensen aan de andere kant van de schutting bekoelt tot vriesvaktemperatuur.

L. Vogelaar
19 September 2008 10:41Gewijzigd op 14 November 2020 06:24
Kanton en televisierechter mr. F. Visser over burenleed aan weerszijden van de schutting: „De cultuur van de vroegere onderklasse is in de samenleving vaak de norm.” Foto uitgeverij Balans
Kanton en televisierechter mr. F. Visser over burenleed aan weerszijden van de schutting: „De cultuur van de vroegere onderklasse is in de samenleving vaak de norm.” Foto uitgeverij Balans

Mr. F. Visser kreeg ze als officier van justitie, als kantonrechter en als ”rijdende rechter” in het gelijknamige tv-programma van de NCRV voor het hekje: buren die elkaar het licht in de ogen, of in de tuin -als ze weigeren hun boom te kappen-, niet gunnen.In het dichtbevolkte Nederland lopen burenruzies soms flink uit de hand. Een filmpje van een neergestoken jongen die van een plat dak viel, belandde op internet. Elders kwam een met een shovel het huis van de buren binnenrijden. Andere incidenten bereikten slechts de plaatselijke pers: iemand die zijn buurman met een bijl achtervolgde na een geintje met een waterpistool; een vrouw die van een trap werd gegooid omdat ze over de buurkinderen bleef klagen.

Steeds meer mensen doen precies waar ze zin in hebben en laten zich niets aan een ander gelegen liggen, constateert Visser in zijn vorige week verschenen boekje over burenruzies (”Onze buren”, uitg. Balans, Amsterdam, 2008; ISBN 978 90 5018 947 7; 231 blz.; € 15,-).

In plaats van de cultuur van de middenklasse is die van de vroegere onderklasse in de samenleving nu vaak de norm. Dat uit zich in sjofeler kleding en uiterlijk, ruwer taalgebruik en een bejegening van de medemens waar de honden geen brood van lusten.

Relatie
Een kleinigheid kan geslikt of gesust worden; een goede buur is nu eenmaal beter dan een verre vriend. Als er toch een conflict ontstaat, is dat vaak tijdelijk. Dat zijn dan zakelijke geschillen. Lastiger wordt het als buren elkaar niet meer kunnen luchten of zien, al ruiken en zien ze elkaar soms dagelijks. Men groet niet meer, maar stampt elkaar met verkrampt gezicht voorbij.

Negéren helpt niet altijd als buurman u duidelijk aan het négeren is. Hij doet dat omdat hij asociaal is, of moeilijk, of psychisch ziek. Er zijn zelfs eenzame mensen die op ruzies kicken omdat ze dan in elk geval een relatie met de buren hebben, hoe dan ook. Ze bezorgen de buren boze briefjes of beschilderen de ramen door het werpen van een ei. Dat zijn dan middelen om de eenzaamheid te verdrijven, maar de buren worden er dol van. Los het maar eens op; emoties laten zich soms moeilijk rijmen met verstandig nadenken.

Je kunt een aso als buurman krijgen, of een psychopaat, of een crimineel. Van al die soorten mensen geeft Visser voorbeelden. Hij toont zich wars van een al te lankmoedige aanpak. Het is niet de enige kritiek van de schrijvende rechter richting hulpverleners, politie, justitie, burgemeester en wetgever: „Eigenrichting, hoe afkeurenswaardig ook, is in veel gevallen een symptoom van falend overheidsgezag.” „De burgemeester heeft veel meer bevoegdheden dan de meeste mensen (en soms ook de burgemeester zelf) denken.” „Natuurlijk, de overheid is er niet om allerlei gemuts van ruziemakende zeurpieten te faciliteren. Maar als de vrede op straat in het geding is, mag de overheid niet langer wegkruipen.”

Schelle stem
Na de praktijkvoorbeelden komen de adviezen. Buurman misdraagt zich? „Beter dan er gelijk op af te stuiven is het om even de kat uit de boom te kijken.” Beter tien keer gezwegen dan één keer te snel geroepen.

Te lang niets doen kan echter averechts werken. Een tactisch gesprek wil soms helpen. Geven en nemen: „Wij zullen ’s nachts de fontein uitdoen die u met zijn geklater uit uw slaap houdt, maar wilt u dan ophouden in uw tuin te telefoneren? Want u heeft een beetje een schelle stem…”

Als praten niet helpt, kan de hulp van derden worden ingeroepen. Een buurtbemiddelaar, of desnoods de politie, die overigens wel onpartijdig dient te blijven. Het inschakelen van een advocaat kan helpen om gelijk te krijgen, maar zo’n man is vaak onbetaalbaar, vindt Visser. De verliezer van een proces moet de winnaar ook diens proceskosten vergoeden, „maar helaas berekent de rechter deze kosten steevast veel te laag.” En als de verliezer een kale kip is, is de winnaar snel uitgeplukt.

Visser schreef een aansprekend boekje; uit het leven gegrepen. Hij pleit voor het in ere herstellen van de buurtrechtbank. Ook andere instanties moeten dichter bij het volk komen te staan. Zij kunnen zich met burenruzies bezighouden, zodat die niet verworden tot een onoplosbaar conflict.

Bruine bonen met spek
Nummer 1 in de top 10 van oorzaken van burenruzies: bomen en heggen. De een is verknocht aan zijn heg -hoe hoger, hoe mooier-, maar buurman vindt het niks. Hij gaat flink aan de heg knippen „om hem laag te houden, alleen aan onze kant.” „Blijf van die heg af”, klinkt het aan de andere zijde. Buurman knipt door. Hij druipt pas af als hij met een tuinslang de volle laag krijgt.

Buurman is bezig zijn kinderen op te voeden. Nou, dat is te horen. Wat een geraas en getier. Hola, daar gaat weer vaat aan diggelen. Afdrogen is ook een vak. Je hoort hier ook alles. Even een bonk op de muur. Dat helpt soms. Soms ook niet.

Wat is redelijk? Stilte eisen is dat niet. Buren mogen gewoon praten, lachen en ’s nachts de wc doortrekken. Een beetje rekening met elkaar houden is voldoende, zeker als het om gehorige woningen gaat. Het was vroeger veel erger, met grote gezinnen en nauwelijks geïsoleerde huizen.

De buren hebben dus geen recht op absolute stilte, ook al sluipen ze zelf op sokken door het huis en maken ze fluisterend ruzie. Buitenissige overlast is echter niet toegestaan. Soms is die eenvoudig op te lossen. Er verscheen bijvoorbeeld een man voor het hekje die elke avond een uur op en neer sprong. Goed voor zijn conditie, vond hij, maar het glasservies van de onderburen stond te rinkelen en ze klaagden hem aan. De rechter wist een oplossing: spring op een matras. Vaak zijn burenconflicten echter lastiger te beëindigen.

Buurman speelt landjepik. Het gaat weliswaar maar om een decimeter, maar toch… De landmeters van het Kadaster worden ontboden en ter plekke bedreigd als ze tot onwelgevallige resultaten komen. Niet zelden is het geworstel om centimeters een uiting van dieperliggende frustratie over die buurman daar achter de omstreden erfafscheiding.

Recht van overpad, ook zoiets. Vrije doorgang zolang de verhouding goed is, maar als de relatie bekoelt en buurman je niet meer doorlaat, heb je alleen een been om op te staan als het recht van overpad formeel is vastgelegd. Tenzij buurman overduidelijk met een pesterij bezig is. Zoals die man met een vergeten hoekje land waar híj nooit kwam, maar buurman wel, want die moest er met drie stappen overheen als hij vanuit zijn achtertuin de openbare weg wilde bereiken. Op een dag stond er prikkeldraad, want buurman was niet zo aardig meer. De eigenaar van het hoekje grond gaf met een vals lachje toe dat hij buurman alleen maar wilde dwarszitten. Daar ging de rechter niet in mee. Het prikkeldraad moest weg.

Buurman wil zijn huis zelf verbouwen. In zijn vrije tijd. Jarenlang is het een herrie en een troep. Dat kan maar niet onbeperkt. Rechter Visser verplichtte ooit een man zijn verbouwing binnen drie maanden te voltooien en dan ook de bouwplaats opgeruimd te hebben. Op straffe van een dwangsom.

Klachten over de buren moeten redelijk zijn, anders maken ze bij de rechter geen kans. Je kunt dan wel vegetariër zijn en „zowat over je nek” gaan als buurvrouw bruine bonen met spek bereidt, maar dat laatste is in Nederland nu eenmaal toegestaan.

Ander voorbeeld: een schattig daglonershuisje betrekken houdt ook in dat je de odeur van buurman accepteert die de uitwerpselen van zijn vee in zijn landerijen injecteert. Een gang naar de rechter wordt dan soms anders beloond dan de klager dacht. Bijvoorbeeld doordat buurman een welriekend hoopje mest op de oprit van de klager komt aanbrengen.

Spelende kinderen? „Klaag niet te snel; voor u het weet blijft u achter in een vergrijzende wijk met verzurende buren”, zegt de rechter. Maar grenzen zijn er wel. Rechter Visser nam zelf eens een koevoet ter hand, wrikte een tegel uit het trottoir voor het huis van de buurkinderen en riep enthousiast: „Kijk, dit is een nog veel mooier knikkerputje!” Juichend namen de kinderen er bezit van.

Bij Vissers eigen huis kwamen de knikkers nu niet meer op ruithoogte voorbij. De vader van de knikkeraars zag echter de lak van zijn auto in gevaar komen en verbood het spel. De kinderen keerden terug naar hun vorige putje: voor het huis van rechter Visser. Maar die had het gat inmiddels opgevuld met snelbeton.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer