Fragmenten
Thermosfles
„Toen we in ons bedrijf een insluiper betrapten, probeerden we hem te pakken. Helaas was hij ons te snel af. We konden hem alleen maar een slag met een thermosfles op het dak van zijn auto geven, in plaats van op zijn hoofd. Jammer.”
(J. Hoogendoorn, Waddinxveen) Judo
„Van mijn veertiende tot mijn 44e trainde en gaf ik les in judo. Men zegt dan dat je je mannetje staat. Totdat je ook je mannetje tegenkomt. Vaak is het een bepaalde uitstraling die zorgt voor een afschrikwekkend effect.”
(N. de Bree, Kesteren)
Eigen rechter
„Natuurlijk mag je geen eigen rechter spelen. Maar enig geweld is beslist noodzakelijk om de daders te overweldigen. Anders kun je het wel vergeten. Justitie zou burgers moeten helpen die behulpzaam zijn bij het opsporen.”
(G. J. Kampert, Barneveld)
Dun door de broek
„In mijn loopbaan als politieman heb ik diverse heren rechters en officieren van justitie als stagiair op de achterbank van de surveillanceauto gehad. Ik kan u verzekeren dat het ze vaak dun door de broek liep als we naar een vechtpartij moesten.”
(J. Spier, Lopik, 38 jaar werkzaam bij politie Utrecht)
De sloot in
„Een inbreker in mijn huis (zonder vuurwapen dan) zou ik proberen met geweld mijn huis uit te werken en de sloot in werken. Wij moeten als alle échte Nederlanders samen optrekken en al deze zaken zonder pardon aanpakken.”
(S. v.d. Top, Zwartebroek)
Zwartwerken
„Het publiek moet een inbreker ongestraft kunnen overmeesteren, desnoods met redelijk geweld. Let wel, een zwartwerker is ook een dief, die moet dus ook aangegeven worden. Justitie zal zeer zeker in onze kringen succes oogsten.”
(Fam. A. Houmes, Middelburg)
Villen
„Zelf ben ik invalide, maar in mijn geest zou ik ze (de Venlo-verdachten, red.) wel willen villen, ook inbrekers. Het rechtsbestel staat helemaal op zijn kop. Over het algemeen zijn burgers bang en weten ze niet wat ze moeten doen.”
(C. Reijngoudt, St. Philipsland)
Nooit te ver
„Wij moesten wel een gruwel aan onszelf hebben. Dit geldt zeker in de eerste plaats de veroorzaker (van geweld, red.). Maar laten we er met Gods hulp op letten nooit te ver te gaan in onze drift, hoe begrijpelijk het soms ook is.”
(J. Geneugelijk, Gouda)
Handdruk
„Een Marokkaanse jongen tuigde een Turkse jongen af. Zonder me te bedenken sprong ik ertussen en riep met harde stem: „In de naam van Jezus, laat los!” Hij liet los. Ik zei: „Moet dat nou? Er is al zo veel oorlog.” Daar gaven ze me gelijk in. Met een handdruk namen we afscheid. Ik wil de Heere daarvoor alle eer en glorie geven.”
(Een vrouw uit Sliedrecht)