Deeltjesversneller Genève van start
De bouw ervan begon al in december 1994, maar woensdag is het eindelijk zo ver: in Genève wordt de grootste deeltjesversneller ter wereld in gebruik genomen. Critici vrezen dat het meteen ook de laatste dag van de wereld is.
De Large Hadron Collider (LHC) is een reusachtige ’botsmachine’ waarin zeer kleine deeltjes met zeer hoge snelheid met elkaar in botsing komen. Dat gebeurt in een 27 kilometer lange, ringvormige tunnel die ongeveer 100 meter onder de grond ligt, op de grens van Frankrijk en Zwitserland.De tunnel is gebouwd in de jaren tachtig en heeft meer dan 6 miljard euro gekost. Het onderzoek wordt gecoördineerd door CERN, de Europese Organisatie voor Nucleair Onderzoek, waar ruim 10.000 onderzoekers uit meer dan 80 landen werken. CERN heeft brede bekendheid gekregen omdat daar het world wide web, de populairste vorm van internet, is bedacht.
De deeltjesversneller bestaat eigenlijk uit een reeks van versnellers die de kleine deeltjes telkens een zetje extra geven. Dat gebeurde al langere tijd met deeltjes zoals elektronen, kleine onderdelen van atomen, maar voor het eerst snellen nu protonen door de tunnelbuis.
Protonen zijn de veel zwaardere onderdelen van een atoom. Om die in beweging te krijgen, is veel meer energie nodig. Langs de wand van de tunnel zijn circa 2000 magneten gebouwd van elk 15 meter lang. De magneten zijn supergeleidend door de zeer lage temperatuur van -271,1 graad Celsius. Speciale heliumfabrieken die langs de tunnelring zijn gebouwd leveren helium om de magneten zo ver te koelen. Daarmee lukt het om de protonen een zodanige snelheid te geven dat ze 11.000 rondjes per seconde maken.
Nu het is gelukt om de protonenbundel met bijna de lichtsnelheid door de tunnelbuis te bewegen, is de volgende stap het arrangeren van een botsing. Dat zal niet eerder dan volgende maand gebeuren. Het is wetenschappers vooral te doen om de speciale producten die dan hoogstwaarschijnlijk ontstaan. Omdat deze botsproducten in allerlei richtingen uiteenvliegen, zijn er detectoren om de tunnelbuis heen gebouwd. Een daarvan, de Atlasdetector, is 22 meter hoog en 45 meter lang.
Op papier bestaan de deeltjes al, maar hun eigenschappen kunnen pas goed worden vastgesteld als ze echt ’gevangen’ worden. Uitgaande van het evolutiemodel bij het ontstaan van de aarde, veronderstellen de onderzoekers dat deze Higgsbosonen zeer kort na de oerknal een rol speelden. Het boson wordt daarom ook wel aangeduid als het ”God-deeltje”. Het is een onderdeel van het Standaardmodel, de ’verklaring-van-alles’.
Critici maken zich echter zorgen over de gevolgen van het LHC-experiment. Sommigen vrezen dat de protonenbotsingen kleine zwarte gaten kunnen creëren, die verwoestende aardbevingen en overstromingen zouden kunnen ontketenen. Een Duitse scheikundige probeerde tevergeefs om via het Europees Hof voor de Rechten van de Mens het experiment te laten verbieden. Sommige wetenschappers werden met de dood bedreigd.
CERN heeft die onrust echter weggewuifd. De totale energie van zo’n proton is niet meer dan die van een vliegende mug, zij het dat die energie samengebald is in een zeer kleine ruimte. Als er minuscule zwarte gaten ontstaan, zullen die weer snel verdwijnen. Een rapport van CERN zegt dat de kans op zo’n zwart gat kleiner in Genève is dan die bij een deeltjesversneller in New York, die al sinds 2000 actief is.
Zie ook:
CERN vindt ‘schaduw’ van geheimste deeltje
Onenigheid over de “prijs der prijzen”
't Hoofd breken over kleinste deeltjes