„Politie moet infectieziekte erkennen”
De regiopolitie Zeeland moet de ziekte van Lyme erkennen als beroepsziekte. Daarbij moet het korps zijn agenten veel beter beschermen tegen besmettingsgevaar.
Dat eist een 54-jarige agent van het korps die verlamd is geweest door de infectieziekte. Donderdag diende zijn zaak voor de rechtbank in Middelburg.De man zegt de ziekte te hebben opgelopen in zijn tijd bij de veldpolitie, toen hij veel in bosgebieden en gebieden met hoog gras verbleef. Hij wil dat ook zijn ziekte wordt erkend. Ongeveer twee jaar geleden ging hij voor het eerst naar de rechter. Volgens de man heeft de korpsleiding hem onder druk gezet om de rechtszaak te beëindigen.
De 54-jarige agent heeft de ziekte sinds vijf jaar. Vier jaar lang is hij arbeidsongeschikt geweest, waarvan hij ongeveer een jaar in het ziekenhuis heeft gelegen. Hij probeert nu weer terug te keren op de werkvloer.
De ziekte van Lyme wordt overgebracht door teken. Als bijvoorbeeld wandelaars, boswachters of toezichthouders zich in natuurgebieden ophouden, lopen ze kans op besmetting. De ziekte kan leiden tot verlamming, hartproblemen, dementie of psychische stoornissen. Als de dokter er snel bij is, kan het gevaar vrij eenvoudig worden afgewend. Het probleem is dat de tekenbeten vaak niet worden herkend.
Wageningen Universiteit constateerde vorig jaar nog dat er steeds meer teken in Nederland komen die de lymebacterie bij zich dragen. De kans op besmetting neemt dus ook toe.
Veel instanties met personeel dat in groene gebieden rondloopt, geven hun werknemers beschermende kleding om besmetting te voorkomen. Ook krijgen medewerkers voorlichting over de kenmerken van de ziekte, zodat ze snel naar de dokter gaan bij een beet. Volgens de Nederlandse Vereniging voor Lymepatiënten is dat niet bij alle instanties het geval. Het stoort de vereniging dat de ziekte van Lyme vaak niet wordt erkend als beroepsziekte.
De politie Zeeland ontkent het verband tussen de ziekte van de werknemer en zijn werk. Ook is de man niet onder druk gezet om de rechtszaak in te trekken, zei een woordvoerder woensdag in een reactie.