ECM produceert halffabricaten voor de productie van onder meer lijm en kauwgum. Recent heeft het bedrijf de productie van onder meer Hydroregulite uitgebreid van 20.000 naar 25.000 ton per jaar.Volgens een deskundige is de lozing van afvalwater daarentegen juist afgenomen. Toch eist het waterschap dat het bedrijf een aantal extra kostbare milieumaatregelen neemt om te kunnen voldoen aan de Europese IPPC-richtlijn. Die richtlijn schrijft onder meer voor dat bestaande bedrijven vanaf 30 oktober 2007 de best beschikbare milieutechnieken (BBT) toepassen.

Volgens een woordvoerder van ECM voldoet het bedrijf aan alle BBT-eisen. Het bedrijf snapt niet waarom het waterschap nog meer maatregelen eist voor de lozing van afvalwater in het riool en regenwater in het oppervlaktewater. Het waterschap eist onder meer dat regenwater dat op verontreinigde delen van het bedrijfsterrein valt gescheiden moet worden van ”schoon” hemelwater. Ook wil het waterschap nader onderzoek naar de werking van de olie-waterscheiders. Verder vreest het waterschap door de opzet van de waterzuiveringsinstallatie van ECM dat regenwater en bluswater worden vermengd met afvalwater.

ECM vindt dat het bedrijf voldoende heeft aangetoond dat het aan alle BBT-eisen voldoet. Verdere maatregelen zouden niet nodig zijn. Staatsraad J. van Kreveld vond het vreemd dat het waterschap enerzijds vergunningen heeft verleend waarin duidelijk is dat het bedrijf aan bepaalde BBT-eisen voldoet en anderzijds extra eisen opneemt om dat te garanderen. De Raad van State gaat uitzoeken of het waterschap de vergunningsprocedure correct heeft afgehandeld en ECM op extra kosten mag jagen.

Uitspraak volgt over enkele weken.