Binnenland

OM eist werkstraf na brand ’t Harde

Justitie eist werkstraffen tegen vier verdachten van brandstichting vorig jaar in ’t Harde.

Van onze correspondent
27 August 2008 13:00Gewijzigd op 14 November 2020 06:17

Voor de rechtbank in Zutphen stonden dinsdag vier mannen, waarvan drie minderjarigen, terecht op verdenking van brandstichting.De verdachten zouden met molotovcocktails eerst een kledingcontainer van het bedrijf Reshare en later een kunststofcontainer in brand hebben gestoken. Het vuur zou mogelijk later zijn overgeslagen naar winkelpanden, waardoor een miljoenenschade ontstond.

De officier van justitie kon de grote brand die in de nacht van 21 op 22 oktober vier winkels in het centrum van ’t Harde verwoeste, echter niet koppelen aan de brand die dezelfde avond werd gesticht in een kunststofcontainer bij het pand Centrum 3. Dit vanwege het tijdsverloop van bijna twee uur tussen beide branden.

Tegen de verdachten werden straffen gelijk aan het voorarrest geëist. Daarbij moeten drie van de vier een werkstraf van 60 tot 200 uur opknappen en zouden twee jongens van zeventien en achttien jaar een voorwaardelijke PIJ-maatregel (vroeger jeugd-tbs) moeten krijgen.

Tot december vorig jaar bleef onduidelijk wie de verantwoordelijken voor de brand in oktober waren. Toen de 32-jarige J. v.d. S. uit Doornspijk samen met een 17-jarige verdachte uit Elburg op 21 december opnieuw een brand in ’t Harde veroorzaakte en kort daarna werd opgepakt, konden de andere branden ook worden opgelost. Bij die laatste brand had de minderjarige een lawinevuurpijl aan een fles benzine geplakt om deze vervolgens tegen de muur van een pand aan het Centrum 12 te gooien.

Van de S. stelde dat hij niet had geweten wat hem overkwam toen de veel jongere verdachte met het ding in zijn auto stapte. Hij stelde dat die indertijd macht over hem had; hij had hem niet durven wegsturen.

De officier zei dat de lawinevuurpijl gelijk te stellen is met een bom, die gevolgen kan hebben die niet te overzien zijn.

„Er is veel maatschappelijke onrust ontstaan door de branden”, aldus de openbaar aanklaagster in de strafzaak tegen Van de S. De zaken tegen de drie minderjarigen vonden achter gesloten deuren plaats.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer