Veel voortijdig schoolverlaters in mbo
De drempelloze doorstroom heeft de uitval in het middelbaar beroepsonderwijs bevorderd. Van de mogelijkheid om zonder vmbo-diploma over te stappen naar het mbo, werd in 2006 veel gebruikgemaakt.
Daardoor bleef het aantal voortijdig schoolverlaters in het voortgezet onderwijs laag, maar in het mbo lopen deelnemers zonder vmbo-diploma vervolgens weer wel een grotere kans op uitval, stelt het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) in een dinsdag verschenen studie.Bijna 13.000 van de 35.000 deelnemers die zonder diploma uit het mbo vertrokken, haalde ook al geen vmbo-diploma, concludeert onderzoeker Herweijer in ’Gestruikeld voor de start’ over voortijdig schoolverlaten. De studie werd aangeboden aan staatssecretaris Van Bijsterveldt. In totaal waren er in 2006/07 53.000 drop-outs.
Het bestrijden van voortijdig schoolverlaten is een speerpunt in het beleid van de onderwijsbewindslieden. In 2012 mogen er niet meer dan 35.000 nieuwe afvallers bijkomen. Het kabinet baseert die doelstelling op de Europese afspraken die in 2000 zijn gemaakt in het Lissabon–overleg.
Het laatste jaar was de afname niet meer dan duizend. In 2005 verminderde het aantal met zesduizend. Om de doelstelling voor 2012 te halen, zal het aantal voortijdig schoolverlaters in versneld tempo omlaag moeten, stelt het SCP vast.
We hebben een hoge ambitie, erkende Van Bijsterveldt. „Dat is geen vies woord als het gaat om de toekomst van onze jongeren". De lat ligt hoog, aldus de bewindsvrouw. „Daar is ook geld voor. Deze kabinetsperiode een bedrag dat oploopt tot 71 miljoen extra in 2011". Van Bijsterveldt wees erop dat dit jaar voor het eerst afspraken met de gemeenten en scholen zijn gemaakt om het aantal uitvallers te halveren. „Een aantal effecten van het ingezette beleid wordt vanaf 2009 écht zichtbaar", beloofde ze.
Omdat van een deel van de leerlingen in het vmbo de basisvaardigheden (lezen, rekenen) ernstig tekortschieten, worden de problemen en risico’s bij dremppelloze doorstroming doorgeschoven naar het mbo. Dit zet het rendement en het niveau van het mbo onder druk. Door achterstanden eerder bij te spijkeren, te beginnen in het basisonderwijs en daarna in het vmbo, kan het vmbo worden versterkt.
Leerlingen van niet–westerse allochtone afkomst, leerlingen uit eenoudergezinnen en leerlingen in de vier grote steden lopen een verhoogd risico op uitval. Grote scholen voor voortgezet onderwijs zijn geen factor. Schaalvergroting lijkt geen invloed te hebben gehad op het voortijdig schoolverlaten, veronderstelt het rapport. Grote scholen ondervangen de nadelen van grootschaligheid door de zorg en begeleiding te organiseren.