„Ze gaan echt heel ver”
Kroongetuige Bram Zeegers gaf als een van de weinigen inzage in de werking van een getuigenbeschermingsprogramma. „Uitgangspunt is dat rechercheurs alles wat mogelijk is moeten doen om jouw leven te beschermen. Daarin gaan ze echt heel ver”, zei hij op 9 oktober in NRC Handelsblad.
Zeegers voldeed aan alle voorwaarden, maar het veiligheidstraject dat justitie hem in het vooruitzicht stelde was dermate stringent dat de kroongetuige besloot af te zien van een identiteitsverwisseling. „Ook een jaar in een hotel in een mooie, grote stad is eigenlijk niet leuk, zeker niet als je je realiseert dat je niet zomaar terugkunt als er bijvoorbeeld iets met je geliefden is gebeurd.”De inmiddels overleden getuige vreesde verder dat de strenge maatregelen zijn relatie met zijn kinderen op het spel zouden zetten. „Regelmatig telefonisch contact of e-mailverkeer met familie en vrienden is traceerbaar en dus verboden. Rechercheurs van getuigenbescherming hebben het recht je computer te bekijken of je telefoon na te trekken. In het uiterste geval kunnen ze je uit het programma gooien als je je niet aan de afspraken houdt”, aldus Zeegers in de NRC.
Niet alleen de voorwaarden tot opname in het programma zijn dus sinds 1993 fors aangescherpt; ook de beveiligingsmaatregelen voor getuigen zelf, zo blijkt uit zijn relaas. Ter vergelijking: toen justitie in 1996 Ad Karman inzette als kroongetuige klaagde zijn advocaat M. van Gessel in Vrij Nederland: „De deal was al gemaakt, maar verder was nergens over nagedacht. Er was niet eens een beschermingsprogramma. Het was improviseren met de Prittstift en de plaksnor.”
In zijn Jaarboek 2003 waarschuwt het landelijke parket van het openbaar ministerie overigens voor misplaatste beeldvorming over het nieuwe bestaan van ex-kroongetuigen en infiltranten. „Het is niet de wereld van Peter Stuyvesant in het Caribische gebied of op de Canarische eilanden. Het is geen luxe programma op kosten van de staat. Een normaal leven met betaald werk en een gewoon huis valt het minst op.”