DNA-sporenproject werpt vruchten af
Het noordelijke DNA-sporenproject ’High Volume Crime Project’, dat eind 2001 is begonnen, heeft zijn eerste vruchten afgeworpen. Een verdachte van een inbraak in het Friese Gytsjerk bleek na DNA-onderzoek ook gekoppeld te kunnen worden aan vijf andere inbraken in de provincies Utrecht, Zuid-Holland, Drenthe en Friesland.
Bij de verdachte is na zijn aanhouding in Gytsjerk in juni verplicht wangslijmvlies afgenomen. Vervolgens heeft het Nederlands Forensisch Instituut een DNA-profiel gemaakt en dit opgeslagen in een databank. Uit die databank bleek hetzelfde DNA ook gevonden te zijn bij vijf andere inbraken. Het Openbaar Ministerie in Leeuwarden zal de verdachte nu voor alle zaken vervolgen.
Ook in Groningen en Drenthe zijn twee personen door DNA-vergelijking in verband gebracht met tientallen inbraken. Het onder dwang afnemen van wangslijmvlies is door een wetswijziging sinds anderhalf jaar ook mogelijk bij inbraken. Voorheen was het alleen bij gewelds- en zedendelicten mogelijk, of bij delicten waarop een gevangenisstraf van acht jaar of meer staat.
Justitie is blij met de uitbreiding. „Het aantal inbraken waar DNA-materiaal wordt gevonden en geregistreerd, stijgt sneller dan het aantal verdachten in de databank. Het is dus goed dat de politie meer opsporingsbevoegdheid krijgt”, aldus een woordvoerder.