Dat verwacht Maurits Jochems, die het afgelopen half jaar NAVO–ambassadeur in Afghanistan was. Hij zei dat maandag op Radio 1 in een uitzending van de EO.Volgens hem is 2010 een te optimistische streefdatum. „In het zuiden loopt de opbouw van het Afghaanse leger achter. En er zal een extra inspanning voor Uruzgan nodig zijn", aldus Jochems, die op persoonlijke titel sprak. In het zuiden is pas later met de opbouw van de ANA begonnen.

De net uit Kabul teruggekeerde NAVO–ambassadeur vindt de opbouw van de ANA wel een succesverhaal. Enkele jaren geleden waren er landelijk nog 7000 Afghaanse militairen en nu is dat al boven de 50.000. In 2012 zouden dat er 122.000 moeten zijn. In dat jaar zullen de Afghaanse militairen volgens Jochems wel in staat zijn om overal in het land op de grond zichtbaar te zijn. De NAVO zal nog luchtsteun moeten verzorgen, zei Jochems.

De topdiplomaat prees de Afghaanse militair om zijn „ongelooflijke dapperheid. Ze zijn minder bevreesd voor gevaar en om te sterven dan een militair uit een westers of ander land". De kritiek die er ook is op de ANA slaat volgens Jochems vooral op de organisatie en het leiderschap. De capaciteit moet nog verder worden uitgebouwd.

Verder is Jochems niet tevreden over de wederopbouw in Afghanistan. Er had eerder mee moeten worden begonnen en de coördinatie moet beter.

In politiek Den Haag is afgesproken dat de missie tot eind 2010 duurt. Dat is al twee jaar langer dan eerst de bedoeling was. De Tweede Kamer stemde eind vorig jaar in met de verdubbeling van de uitzending.