Binnenland

„Zondag gaat hier ongemerkt voorbij”

Hij mag met zijn 25 jaar dan nog jong zijn, in Tsjaad heeft hij de leiding over een peloton mariniers -circa veertig man- van wie sommigen ouder zijn hijzelf. Eerste luitenant der mariniers William Diepeveen: „Overleg met m’n manschappen voer ik heus wel, maar ik neem de beslissingen. Dat wordt ook van me verwacht.”

25 July 2008 09:05Gewijzigd op 14 November 2020 06:09
Luitenant William Diepeveen (25) noemt de inzet van zijn peloton mariniers succesvol. „De mensen zijn door onze aanwezigheid veiliger en ze voelen zich ook veiliger, banditisme wordt aan banden gelegd en de hulporganisaties kunnen hun werk beter doen.” Fo
Luitenant William Diepeveen (25) noemt de inzet van zijn peloton mariniers succesvol. „De mensen zijn door onze aanwezigheid veiliger en ze voelen zich ook veiliger, banditisme wordt aan banden gelegd en de hulporganisaties kunnen hun werk beter doen.” Fo

Diepeveen heeft krediet bij ’zijn’ mannen. Sergeant Rob Poesiat, een eindje in de dertig en meer ervaren dan zijn jongere collega, vindt dat de jonge luitenant het goed doet. „Hij zet niet tegen elke prijs zijn zin door, is niet uit de hoogte en luistert goed naar oudere mariniers als ik die vaak meer weten van de praktijk.”Diepeveen, met zijn pet op en zijn lachende ogen, heeft iets jongensachtigs over zich. Na de hts begon hij de vierjarige officiersopleiding in Rotterdam. „Ik wilde eropuit en niet als ict’er achter een bureautje gaan zitten.” Direct na afronding van zijn studie volgde zijn aanstelling tot pelotonscommandant.

Dat hij draagvlak heeft onder zijn manschappen, kan Diepeveen alleen maar waarderen. „Het vergaat me goed hier. Het is een mooie club bij elkaar, het zijn goede jongens en we doen met elkaar prachtig werk.”

Begin dit jaar kreeg de luitenant tijdens een oefening in Noorwegen te horen dat hij naar Tsjaad moest. „Mijn vriendin, Wilma, vindt het niet leuk, maar het hoort erbij.” Sussend: „Dat begrijpt ze ook wel, hoor. Ze kan bijna niet wachten totdat ik over een paar weken terugkom voor een kort verlof.”

Spannend
Zoals bij veel mariniers uit zijn groep liet de aanval van de rebellen in Goz Beida op zondag 14 juni ook bij Diepeveen een onuitwisbare indruk achter. „Er gingen al enkele dagen geruchten dat zich rebellen verzamelden rond de stad. Op het kamp hoorden we de eerste mortierinslagen en geweervuur. De strijd tussen rebellen en het Tsjadische leger ontbrandde op slechts een paar kilometer van het Euforkamp. Ik wilde er zo snel mogelijk heen.”

Op het moment dat de luitenant met zijn troepen in Goz Beida arriveert, zijn de rebellen al aan het plunderen geslagen. „Ik kreeg over de radio allerlei signalen over zwaarbewapende figuren. Op de markt stonden we ineens tegenover 100 tot 120 van die gasten. Tussen onze Vikingrupsvoertuigen -bewapend met een boordmitrailleur- en hun pick-ups zat nauwelijks 50 meter. Zij hadden luchtdoelafweergeschut bij zich, granaatwerpers en antitankwapens. Het was even heel spannend, omdat niet duidelijk was wat de opstandelingen van plan waren.”

Niet veel later rijden enkele witte jeeps naar voren. „Een van hun leiders kwam naar ons toe en overhandigde de sleutels van de jeeps die ze hadden gestolen. „We willen geen problemen met Eufor”, zeiden ze me. Daarna hebben we direct ruim 200 hulpverleners geëvacueerd en tijdelijk ondergebracht op onze basis.”

De evacuatie van hulpverleners door de Nederlandse mariniers is enigszins opmerkelijk, omdat niet-gouvernementele organisaties en internationale hulporganisaties in de regel helemaal niet zo blij zijn met steun door militairen. Ze willen in elk geval niet worden geassocieerd met soldaten. Diepeveen: „Als de nood aan de man is, blijkt dat ze toch om onze hulp verlegen zitten.”

Opvoeding
De jonge luitenant is aangesloten bij de gereformeerde gemeente in Nederland (buiten verband) in zijn geboorteplaats Veenendaal. Hij heeft er geen moeite mee om als christen bij het korps te dienen. „In de groep wordt nooit gekeken welke religie je aanhangt, maar veel meer of iemand zijn werk goed doet. Je ligt er niet uit als je christen bent.”

De zondag beleeft Diepeveen in Goz Beida totaal anders dan in Nederland. Een Nederlandse legerpredikant kent het Iers-Nederlandse kamp niet. Kerkdiensten zijn er ook niet. „Je werkt hier gewoon zeven dagen per week, de zondag gaat ongemerkt voorbij. Dat is wel eens raar als je erover nadenkt.”

De Bijbel is voor de pelotonscommandant erg belangrijk, juist ook vanwege het ’thuisgevoel’ dat hij geeft. „Ik probeer er elke dag uit te lezen. Het gebed schiet er eerlijk gezegd nog wel eens bij in.”

Zeker vijf van de zestig mariniers hebben een reformatorische achtergrond. Diepeveen denkt dat de opvoeding in hun gezinnen daaraan meewerkt. „Refo’s hebben het karakter hard te werken en zijn overwegend gedisciplineerd. Discipline is van groot belang om marinier te kunnen zijn.”

Hoop
Tsjaad is ruim dertig keer zo groot als Nederland. De mariniers moeten er enorme afstanden overbruggen om actief te zijn in een heel klein stukje van het Afrikaanse land. De missie lijkt een druppel op een gloeiende plaat. Diepeveen is het daar niet mee eens. „We zijn op kleine schaal succesvol. De mensen zijn door onze aanwezigheid veiliger en ze voelen zich ook veiliger, banditisme wordt aan banden gelegd en de ngo’s kunnen hun werk beter doen. Dat geeft me veel voldoening en hoop voor de toekomst van dit land.”


Actie tegen rebellen in Oost-Tsjaad
Ruim honderd zwaarbewapende rebellen trokken zondag 14 juni het stadje Goz Beida (ongeveer 30.000 inwoners) in het oosten van Tsjaad binnen. Ze sloegen aan het plunderen. Bij het omheinde Unicefkamp openden zij kort het vuur op Ierse troepen die vanuit het nabijgelegen kamp van de Europese troepenmacht (Eufor) waren uitgerukt om bescherming te bieden.

De Nederlanders schoten hun Ierse collega’s te hulp. De opstandelingen kozen met de komst van de Nederlandse mariniers eieren voor hun geld. Ze droegen enkele voertuigen die zij eerder die dag van hulporganisaties hadden gestolen aan de Europese troepen over. De Ieren en de Nederlanders evacueerden daarna 235 medewerkers uit Goz Beida. Ze werden tijdelijk ondergebracht op de Euforbasis.


Wie zijn de zestig mariniers die in het oosten van het verre Tsjaad onder zware klimatologische omstandigheden hun werk doen? Vier portretten.

Naam, leeftijd en rang: marinier eerste klasse Eduard van Oeveren (22).

Woonplaats: Scherpenisse.

Kerk: gereformeerde gemeente.

Persoonlijke situatie: verloofd.

Bij Korps Mariniers sinds: 2005.

Eerdere missies: geen.

Wilde bij mariniers omdat… „ik van het avontuur houd. Het is heerlijk om met een groep kameraden samen te werken. Het was geen jongensdroom, maar misschien ben ik wel beïnvloed door mijn twee oudere broers. De een is oud-marinier, de ander zit bij de commando’s.”

Mooiste herinnering tot nu toe: „De spanning op die veertiende juni is onvergetelijk. Zo’n gebeurtenis is eigenlijk een beetje wat ik van zo’n missie verwacht. Dit was eens een keer geen patrouille of oefening, maar realiteit.”

Naam, leeftijd en rang: korporaal Johan van Doorn (28).

Woonplaats: Ridderkerk.

Kerk: hervormd.

Persoonlijke situatie: getrouwd.

Bij Korps Mariniers sinds: 1996.

Eerdere missies: Albanië (1998), Ethiopië/Eritrea (2000), Irak (2003).

Wilde bij mariniers omdat… „de uitdaging me trekt. M’n vader heeft wel eens gezegd dat ik als jongetje al graag in een soldatenpakje rondliep. Ik ben graag bezig met grensverleggende activiteiten. Bovendien zie ik door allerlei missies veel van de wereld om ons heen.”

Mooiste herinnering tot nu toe: „Door het professionele optreden van ons als mariniers is op 14 juni gelukkig alles goed afgelopen. Het is altijd afwachten hoe die rebellen op ons reageren, want ze zijn over het algemeen onberekenbaar.”

Naam, leeftijd en rang: marinier eerste klasse Erik Linge (20).

Woonplaats: Ridderkerk.

Kerk: gereformeerde gemeente.

Persoonlijke situatie: vrijgezel.

Bij Korps Mariniers sinds: 2005.

Eerdere missies: geen.

Wilde bij mariniers omdat… „ik jong ben en graag wat van de wereld wil zien. Ik zocht eigenlijk iets anders dan wat anderen allemaal al doen. Een beetje weg uit het standaardleventje. Je weet niet wat je op een missie met mariniers kunt verwachten, dat trekt me.”

Mooiste herinnering tot nu toe: „De hoeveelheid adrenaline op zondag 14 juni was groter dan de angst. Wat wil je nog meer? Oog in oog met die rebellen. Patrouilles zijn leuk, want je brengt als marinier rust en maakt mensen daar blij mee. Voortdurende training werd eindelijk praktijk.”

Naam, leeftijd en rang: marinier eerste klasse Robin Dubbelaar (21).

Woonplaats: Katwijk aan Zee.

Kerk: hervormd.

Persoonlijke situatie: vriendin.

Bij Korps Mariniers sinds: 2006.

Eerdere missies: geen.

Wilde bij mariniers omdat… „het een jongensdroom van me is. Fysiek bezig zijn is het mooiste wat er is. Ik ben fanatiek sporter en ik houd van werken met mijn handen. Bij de mariniers kan ik die beide hobby’s prima combineren.”

Mooiste herinnering: „Het echte werk deed zich op 14 juni voor. Patrouilles zijn best aardig. Je ziet veel van de omgeving, omdat we voortdurend onze aanwezigheid in het gebied moeten tonen. Op een gegeven moment gaat dat toch vervelen. Het mag wat mij betreft best allemaal wat spannender worden.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer