Breda onderzoekt haalbaarheid evenementencomplex
Het gemeentebestuur van Breda wil duidelijk krijgen of de gemeente haar ambitie om een echte evenementenstad te zijn, nog wel kan waarmaken.
In 1998 ging Congrescentrum Het Turfschip dicht. De activiteiten die daar plaatsvonden, trokken veel bezoekers. Omdat Breda geen geschikte andere accommodatie kon bieden, zochten de organisatoren van een aantal landelijke beurzen en congressen hun heil elders.
Het college van B en W heeft woensdag besloten te onderzoeken of een combinatie van een grote evenementenhal en een evenemententerrein economisch, ruimtelijk en financieel haalbaar is. Het college vindt dat het ontbreken van deze voorzieningen een bedreiging vormt voor de positie van Breda als evenementen- en dienstenstad. Het heeft voor dit plan een terrein op het oog bij de gesloten vuilstort Bavel/Dorst langs de A27.
De bedoeling is dat in de hal minstens 8000 vierkante meter beursvloer en 4000 vierkante meter ruimte komt voor kantoren, vergaderingen, horeca en opslag. Het college wil dan ook al direct 6000 vierkante meter reserveren voor een toekomstige uitbreiding. Het buitenterrein zal zeker twintig hectare groot moeten zijn.
In de visie van het college kunnen daar in de toekomst sommige grote evenementen terecht die Breda nu al herbergt. Burgemeester en wethouders denken dan aan Breda Hippique en Ballon Fiësta. Maar het hoopt ook voor Breda verloren gegane evenementen en beurzen terug te krijgen, zoals bijvoorbeeld de Kunst- en Antiekbeurs.