Binnenland

AH-overvaller eist schadevergoeding

De overvaller van de Albert Heijn-supermarkt in Amsterdam eist een schadevergoeding van 2000 euro van de medewerkers die hem mishandelden. Dit verklaarde zijn advocaat, mr. F. Soriano, woensdag.

Binnenlandredactie
30 October 2002 16:25Gewijzigd op 13 November 2020 23:54

De overvaller liep bij de overmeestering een gebroken neus op. „Het leek of de hele Ku Klux Klan achter me aan zat”, zo omschrijft de man de achtervolging die werd ingezet nadat hij begin augustus een greep uit de kassa deed bij de Albert Heijn in de Eerste Van Swindenstraat in Amsterdam.

Volgens Soriano had zijn cliënt geluk dat de politie op tijd kwam. „De medewerkers van de Albert Heijn zaten boven op hem en bleven op hem beuken tot de politie kwam.” Volgens de advocaat zijn er vijf getuigen die dit bevestigen.

Prins Bernhard zei woensdag tegenover De Telegraaf hevig verontwaardigd te zijn dat justitie de twee medewerkers van Albert Heijn gaat vervolgen. Op de website van het Reformatorisch Dagblad hadden donderdagmorgen meer dan 700 stemmers hun mening gegeven over de uitlatingen van de prins. Een grote meerderheid van 84,5 procent gaf aan het „prima gezegd” te vinden. Slechts 6,5 procent vond de uitspraken ongenuanceerd en 9 procent koos voor de optie dat de prins „zijn mond moet houden.”

De overvaller zelf staat op 14 november terecht voor de politierechter. Advocaat Soriano zegt dat de overval het enige feit is waar de man van wordt verdacht. Hij verwacht dat zijn cliënt na de zitting op vrije voeten komt.

In tegenstelling tot het openbaar ministerie zegt Soriano dat zijn cliënt de cassière niet met een mes heeft bedreigd. Dit zou worden bevestigd door opnamen van de beveiligingscamera’s in de supermarkt. Volgens de aangifte van de Albert Heijn maakte de overvaller bij zijn greep in de kassa 540 euro buit.

„Hij heeft de buit keurig teruggegeven”, zegt Soriano. Hij verwacht dat de rechter rekening houdt met de afranseling die op het vergrijp volgde. Ook toen de man al in de boeien was geslagen, kreeg hij nog een schop, zegt Soriano. Dit staat volgens de advocaat onder meer in een verklaring van een van de agenten die bij de aanhouding aanwezig waren.

Soriano gaat ervan uit dat de eventuele celstraf de tijd die zijn cliënt nu al in voorarrest zit niet zal overschrijden. Over het justitiële verleden van zijn cliënt wil Soriano zich niet uitlaten.

De advocaat van de twee medewerkers van Albert Heijn, mr. C. Korvinus, heeft een andere lezing. Hij zegt dat de politie vindt dat de medewerkers van de supermarkt juist „prima hebben opgetreden.” Volgens Korvinus valt het leed voor de aangehouden man wel mee. „Toen de overvaller werd ingerekend, riep hij lachend dat hij zijn aanklacht zou laten vallen als mijn cliënten dat ook zouden doen.”

De raadsman spreekt tegen dat de medewerkers van Albert Heijn iets hebben gedaan toen de overvaller was geboeid. „Ze hebben tien minuten op de politie moeten wachten. De agenten hebben de overvaller toen pas geboeid.”

Korvinus vindt dat het openbaar ministerie „een belachelijke beoordelingsfout” maakt. „Justitie geeft een volkomen verkeerd signaal. Het is juist goed dat burgers zelf ingrijpen in dit soort gevallen.”

De winkeliers in Nederland luiden al enige tijd de noodklok over de ernstige criminaliteit waarmee ze te maken hebben. Maar de politiek reageert niet, terwijl veiligheid toch een van de speerpunten van de nieuwe politiek is, stellen het Centraal Bureau Levensmiddelenhandel (CBL) en het PlatformDetailhandel.nl vast.

P. van der Kolk van het CBL zegt dat winkelovervallers nu zelfs in toenemende mate vanuit de gevangenis hun slachtoffers bedreigen. Het CBL stuurde daarover vorige week een brandbrief aan minister Donner. Daarin eist de organisatie direct maatregelen van de bewindsman.

„Het is ongelooflijk dat mensen die in de gevangenis zitten de mogelijkheid hebben dit te doen en de gegevens van onze mensen te achterhalen. Het gaat hierbij niet om incidenten. Dit gebeurt structureel, zo horen we van onze achterban”, aldus Van der Kolk.

„Dit zijn zeer traumatische ervaringen voor onze medewerkers, zeker als brieven van overvallers ook nog geadresseerd zijn aan de privé-adressen van onze medewerkers”, schrijft voorzitter H. van der Geest van het CBL in de brief aan Donner. „Veel van deze medewerkers voelen zich dan ook bedreigd en niet veilig in hun eigen leefomgeving. Dat is betreurenswaardig.” Volgens Van der Kolk heeft de minister nog niet op de brief gereageerd.

„Vorig jaar hebben wij al twee keer aangeklopt bij toenmalig minister van Justitie Korthals over de uit de pan rijzende winkelcriminaliteit en de persoonlijke gevolgen voor ons personeel”, zegt S. Veenstra van PlatformDetailhandel.nl. „We kregen toen als reactie dat hij er niets aan kon doen, omdat het openbaar ministerie zelfstandig bepaalt hoe deze problemen worden aangepakt. Onbegrijpelijk, zo’n reactie.”

De belangenorganisatie heeft begin deze maand aan minister-president Balkenende gevraagd meer te doen aan het bestrijden van gewelddadige overvallen. „Het is onacceptabel dat de vaak jonge daders pas na een groot aantal overvallen worden gepakt. De lage pakkans (minder dan 30 procent) versterkt bij hen het idee dat misdaad loon”, schrijft het platform aan de premier.

Ook geeft de organisatie aan dat ze vorig jaar een manifest heeft opgesteld en aangeboden aan de overheid over de volgens de winkeliers noodzakelijke maatregelen. Van der Kolk: „Tot nu toe hebben we ook daar niets over gehoord.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer