Esperanto–taal komt even tot leven in Nederland
Wie Esperanto hoort, denkt veelal aan een taal uit lang vervlogen tijden. Niets is minder waar: vandaag de dag zijn er wereldwijd nog minimaal tienduizenden mensen die zich op één of andere manier bezighouden met de kunsttaal.
Esperanto is een internationale kunsttaal, ontworpen door de Poolse oogarts en filoloog Ludovich Zamenhof. Hij publiceerde in 1887 onder het pseudoniem dr. Esperanto – iemand die hoopt – het eerste boekje over de taal. Hij ontwierp de taal Esperanto om mensen uit verschillende culturen met elkaar te laten communiceren.Deze week is in Nederland een groot aantal mensen bijeen die zich bezighouden met het fenomeen. Donderdag en vrijdag komen zo’n vijftig professoren Esperanto en inter–linguïstiek naar Amsterdam. Zij buigen zich daar over de stand van zaken van het Esperanto–onderwijs en bekijken hoe het onderwijs eenduidiger kan en of er bijvoorbeeld docenten of studenten kunnen worden uitgewisseld.
Zaterdag begint in Rotterdam het zogenoemde Wereld–Esperanto–congres dat een week duurt. Deelnemers uit zestig landen ontmoeten elkaar daar om te praten in het Esperanto, workshops te volgen en de taal op verschillende manieren in de praktijk te brengen.
„Kunstmatige talen zijn er veel geweest", zegt Wim Jansen, docent Interlinguïstiek en Esperanto aan de Universiteit van Amsterdam. „Maar 99 procent van die talen is in de kinderschoenen blijven steken. Esperanto is altijd blijven bestaan. Het is een taal met een geschiedenis, met zogenoemde moedersprekers, met een eigen literatuur en radioprogramma’s".
Esperanto is een logisch opgebouwde taal waarin, vooral voor Europeanen, een groot aantal woorden herkenbaar is. De grammatica van Esperanto bestaat uit zestien regels, waarop geen uitzonderingen mogelijk zijn.
Volgens Jansen varieert de belangstelling voor de taal. „In tijden van idealisme, pacifisme en behoefte aan verbroedering leeft de taal meer dan in tijden van individualisme". Esperanto wordt wereldwijd gesproken, maar door hoeveel mensen precies is onbekend. Jansen schat het aantal grofweg tussen de 40.000 en 250.000 mensen.
In Polen en China vallen dagelijks op de radio actualiteitenrubrieken in hetEsperanto te beluisteren. Op internet is de taal ook aan een revival bezig.