„Meer steun voor scheepsbouw”
De provincies Groningen en Friesland zijn ontevreden over de steun die de onlangs afgetreden minister Heinsbroek van Economische Zaken aan de scheepsbouw beschikbaar heeft gesteld.
Kort voor zijn aftreden stelde hij 60 miljoen euro beschikbaar voor het jaar 2003. Maar volgens de beide provincies is de steun al direct nodig. Bovendien is het door Economische Zaken beschikbaar gestelde bedrag veel te laag, vinden ze.
Dat is de boodschap die een delegatie bestaande uit de twee verantwoordelijke gedeputeerden van de provincies, het bedrijfsleven en FNV en CNV dinsdag naar voren bracht in een gesprek met leden van de Tweede Kamer.
Als er op korte termijn geen directe staatssteun wordt verleend, vallen er ontslagen in de scheepsbouwsector, aldus een woordvoerder van de provincie Groningen. Volgens de noordelijke delegatie is steun aan de scheepsbouw geheel in lijn met het Europese beleid. Europa wil de steun door de vingers zien omdat elders in de wereld, zoals in Korea, financiële ondersteuning van scheepsnieuwbouw van kracht is gebleven. Dit vormde voor de Europese Commissie aanleiding om toch subsidies toe te staan. Landen als Duitsland, Italië en Spanje hebben meteen gebruikgemaakt van deze mogelijkheid.
De Nederlandse minister van Economische Zaken heeft voor 2003 uiteindelijk een bedrag beschikbaar gesteld van 60 miljoen euro, terwijl de branche 80 miljoen had gevraagd. De minister heeft dit bedrag ten laste gebracht van middelen die al uitgetrokken waren om nieuwbouw van schepen aantrekkelijker te maken voor reders.