Over de omvang van de schade kan Staatsbosbeheer pas eind van de week iets zeggen maar het lijkt erop dat het meevalt, zei een woordvoerder dinsdag. Behalve het Kuinderbos en de Achterhoek is ook de Veluwe zwaar getroffen. Hier gaat het vooral om individuele bomen langs bosranden in het zuidwesten van het gebied.

De schade is veel minder dan bijvoorbeeld in 1972/’73, toen het bos nog vooral uit bomen van dezelfde soort en leeftijd bestond. Hierdoor had de wind meer aangrijpingspunten. Inmiddels is dit veranderd en zorgt Staatsbosbeheer in de bossen voor meer variatie in leeftijd en boomsoort. Ook krijgen grotere bomen nu de ruimte uit te groeien, waardoor ze minder andere bomen in hun val meenemen.

De schade in het Kuinderbos en de Achterhoek bewijst dit, aldus de woordvoerder van Staatsbosbeheer. Juist op deze plaatsen zijn nog grote aaneengesloten ’blokken’ fijnsparren. Deze boomsoort is een gewillig slachtoffer van de wind, omdat hij niet diep wortelt, en naalden draagt waar de wind makkelijk vat op krijgt.

Loofbomen hebben de storm redelijk goed doorstaan, omdat de meeste bomen geen blad meer hadden. Onder de slachtoffers zijn vooral wilgen, elzen en essen die nog wel blad droegen.

De komende week bekijkt Staatsbosbeheer welke bomen het laat liggen als dood hout en welke nog voor de productie geschikt zijn. De gave bomen worden doorgaans gebruikt voor zaag- en fineerhout, de kapotte voor papier en spaanplaat.

De Onderlinge Bossen Verzekering schat de schade aan het bos op een kleine 1 miljoen euro. Hier en daar zijn percelen onherstelbaar beschadigd. Niettemin lijkt de schade minder ernstig dan in 1990. De verzekering verklaart dit doordat er zondag weinig windstoten met extreme windsnelheden waren. Juist deze windstoten in combinatie met windkracht 10 of 11 veroorzaken de grootste schade.