Vierdaagsefietser trotseert regen
Met bakken kwam de regen vandaag, op de eerste dag van de Drentse Fietsvierdaagse, naar beneden. Toch laten de duizenden fietsers zich niet kennen. „Blijven lachen, hè.”
Pijpenstelen regent het, dinsdagmorgen rond half tien in startplaats Diever. Jong en oud is in regenkleding gestoken. Zeker de jeugdige deelnemers kijken toch wel wat sip.„Het regenachtige weer kan de pret niet drukken”, lacht oma Antje Fledderus uit Dwingeloo. Ze gaat vandaag vanuit Diever met vier kleinkinderen 30 kilometer toeren op een route die speciaal voor kinderen is gemaakt, inclusief activiteiten.
De regen drukt de opkomstcijfers, zegt Annie Mulder van de organisatie, terwijl ze koffie serveert. „Vorig jaar vertrokken er op een dag ongeveer 900 mensen, nu houdt het denk ik op bij 700.”
In Meppel, een van de andere startplaatsen, stappen vooral oudere mensen op de fiets. Ze kunnen kiezen tussen een afstand van 40 of 60 kilometer. Deze dinsdag leidt de route westwaarts, richting Blokzijl, Overijssels grondgebied overigens…
Albert en Geesje Strampel uit het Friese Wergea stappen ook op de pedalen. Regen en wind kunnen hen niet tegenhouden. „Op de plek waar wij wonen, waait het altijd.”
Regen striemt de fietsers op de Kooiweg buiten de bebouwde kom van Meppel. De lucht is loodgrijs. Diverse deelnemers stappen af om zich schielijk in -nog meer- regenkledij te hijsen.
Jouke en zijn vrouw Jopie Post uit Havelte stoppen even. Gehurkt schuilt Jouke onder een paraplu. Aan opgeven denkt hij niet. „Alleen als we onweer krijgen, gaan we rechtsomkeert.”
Een paar kilometer verder biedt Café-restaurant De Belterwiede, waar de koffie en aardbeivlaai goed smaken, beschutting tegen de hoosbuien. Buiten rommelt de donder. Jouke en Jopie zullen toch niet…
Twee droge niet-fietsers bezien met enig medelijden de natte klanten. Tegen de man achter de bar: „Kan de haard niet aan?” Die reageert terughoudend. „Ik heb het al warm genoeg.”
De fietsers houden de moed erin. „We zullen doorgaan”, zingt er een.
Jouke en Jopie fietsen nog, zo blijkt even later. „We zijn gewend aan de nattigheid”, lacht zij.
In Sint Jansklooster lijkt de lucht wat op te klaren. ”Jezus leeft”, staat er op een kleurige vlag. Het pad naar Blokzijl is oer-Hollands. Boerderijen met rieten daken, weids grasland met geiten en schapen.
In het pittoreske Blokzijl maakt deelnemer Hans Postma bij de stempelpost aanstalten om weer verder te fietsen. Ook hij blijft de zaken van de zonnige kant zien. „Je kunt niet altijd alles hebben wat je zou willen.”
Kees Hoogervorst uit Voorburg, die bij een houten bruggetje bij Dwarsgracht even stilstaat, is in zijn nopjes. „Ik hou van de relaxte sfeer hier in Drenthe. In het westen van het land is veel meer gejakker. Hier maken ze bij de kassa tijd voor een praatje, merk ik bijvoorbeeld in de winkel van meneer Mooiweer, toepasselijke naam trouwens, in Heetveld.”
Rond twee uur breekt zowaar de zon door. „Dan ben je de regen ook weer gauw vergeten”, zegt Anton Keetels uit Sprang-Capelle, terwijl hij een kers opeet. Keetels is verrast door de omgeving. „Ik zie hier veel meer water en boten dan ik had gedacht.” Hij geniet van de flora. „Je ziet bijvoorbeeld waterlelies, het wilgenroosje of de kattenstaart.”
De route tussen Giethoorn en Nijeveen gooit hoge ogen vandaag. De regen is even opgehouden, het zonnetje schijnt, met de wind in de rug gaat het fietsen een stuk makkelijker. Links en rechts ligt rietland. In de verte heeft een ooievaar op een nest op een hoge paal postgevat. In Nijeveen draait de molen volop en wacht zowaar een muzikaal onthaal door een orkestje.
In Meppel is de ruim zestig kilometer lange tocht achter de rug. Bij de finish regent het andermaal. Annie Evegaars, die veertig kilometer heeft weggetrapt, vat de dag kort en bondig samen: „Het was nat en het was leuk.”