Binnenland

Een kwestie van politieke hygiëne

Eindelijk leek het laatste bedrijf van het Srebrenica-drama in alle rust te kunnen worden afgehandeld en dan valt het kabinet. De openbare verhoren van de parlementaire enquêtecommissie zullen nu samenvallen met de verkiezingscampagnes. Toch blijft Eimert van Middelkoop, ex-kamerlid van de ChristenUnie, ervan uitgaan dat de verhoren hun nut zullen hebben. „Als de enquête maar niet uitdraait op het aanwijzen van zondebokken.”

Jan van Klinken
28 October 2002 07:50Gewijzigd op 13 November 2020 23:54
Van Middelkoop: „Hooguit zullen reputaties schade oplopen, maar dat betreft dan mensen die toch al zijn teruggetreden.”
Van Middelkoop: „Hooguit zullen reputaties schade oplopen, maar dat betreft dan mensen die toch al zijn teruggetreden.”

De naam van Van Middelkoop is nauw aan het Srebrenica-dossier verbonden. Niet voor niets werd hij in de serie besloten voorgesprekken als eerste door de parlementaire enquêtecommissie gehoord. De gebeurtenissen van 1995 in het Bosnische enclave hebben hem altijd erg beziggehouden.

Als lid van de vaste kamercommissie van defensie was hij er vanaf het begin bij betrokken. Scherp herinnert hij zich dat minister Voorhoeve de commissieleden bij zich riep in de ondergrondse bunker op het departement om te vertellen dat de Nederlandse militairen Srebrenica hadden moeten opgeven. „Van een volkerenmoord was toen nog niets bekend. Maar dat onze militairen op de vlucht waren geslagen, was op zich al dramatisch genoeg.”

Applaus
Nadat het NIOD in april dit jaar zijn lang verbeide rapport had uitgebracht, besloot de Tweede Kamer dat er alsnog een parlementaire enquête moest komen. Een commissie uit de Tweede Kamer onder voorzitterschap van Van Middelkoop kreeg de taak de enquête voor te bereiden. Binnen een week moest de opdracht worden geformuleerd. Voor het eerst in de afhandeling van dit dossier trad er geen vertraging op. Exact zeven dagen later lag er een rapport. Als dank mocht de commissie een warm applaus van de Kamer incasseren.

Hoogte- en dieptepunten wisselen elkaar in politiek Den Haag soms in hoog tempo af. Een maand na de kamerbrede loftuiting kreeg Van Middelkoop een slag te verwerken die hij nu nog maar nauwelijks te boven is. Zijn partij verloor niet alleen twee zetels, maar hij moest ook nog eens zijn plaats afstaan aan nieuwkomer Tineke Huizinga, die met voorkeurstemmen bleek te zijn gekozen.

Nadat hij zich door de ergste periode heen had geslagen („het was een afkickproces”), benutte hij de vrije dagen om het vuistdikke NIOD-rapport tot zich te nemen. Hij las in totaal zo’n 3000 pagina’s. De openbare verhoren, die in de maand november zijn gepland, zal hij als tv-commentator bijwonen. Het actualiteitenprogramma 2Vandaag heeft hem gevraagd de dagelijkse analyse te verzorgen.

Hij dacht die nieuwe rol te kunnen vervullen vanuit de comfortabele positie van iemand die niet meer in het dagelijks gewoel in en rond het Binnenhof verkeert. De val van het kabinet en die van partijgenoot Veling gaven plotseling een andere wending aan die gedachte.

Niet alleen bestaat de mogelijkheid dat Van Middelkoop als kamerlid zal worden herkozen, hij maakt ook nog kans lijsttrekker te worden. Sommige prominente CU’ers, onder wie prof. dr. W. Ouweneel, hebben zelfs al hun voorkeur voor hem uitgesproken. Hij wil daar in dit stadium niets over zeggen.

Uitstel
Ook de enquêtecommissie, die onder leiding staat van D66-kamerlid Bakker, zag haar plannen doorkruist. De rust die nodig is om openbare verhoren te kunnen houden, ontbreekt de komende maanden. Toch heeft de commissie besloten haar programma niet over de verkiezingen heen te tillen. Wel zijn de verhoren enkele weken uitgesteld. Ze zullen nu waarschijnlijk in de tweede week van november beginnen.

Ook de datum waarop het eindrapport zou verschijnen, moest worden verschoven. Voorzien was half januari, maar vanwege de verkiezingsdatum (22 januari) is besloten tot uitstel. De presentatie van het rapport zou de aandacht al te zeer van de verkiezingen afleiden.

Nog weer een ander probleem is dat de commissie waarschijnlijk van samenstelling moet worden gewijzigd. Het LPF-kamerlid Groenink, dat deel uitmaakt van de commissie, zal na de verkiezingen wellicht niet terugkeren. Hetzelfde geldt misschien zelfs voor voorzitter Bakker. Zijn partij, D66, staat er in de peilingen slecht voor. Het zou hoogst ongelukkig zijn dat straks in de Kamer een andere commissie het rapport verdedigt dan die het heeft geschreven.

Dat de verhoren plaatshebben in een periode dat de campagnes voor de kamerverkiezingen gaan draaien, beschouwt Van Middelkoop hooguit als een vervelende bijkomstigheid. „Belangrijk gegeven is dat de Nederlandse hoofdrolspelers geen posities meer hebben te verliezen. Mensen als Voorhoeve, Van Mierlo, Ter Beek, Kooijmans, Kok, Van den Broek en Couzy kunnen vrijuit spreken. Ik hoop echt dat ze dat doen in die zin dat ze ook vertellen hoe ze op de zaak terugkijken, hoe ze de hele episode beleefd hebben en welke opvattingen ze zelf hebben over de gang van zaken. Zelfkritiek mag daarbij niet geschuwd worden. Zo krijgt de enquête meerwaarde. Er kan dan eindelijk een finaal politiek oordeel worden gevormd.”

Offer
Hij verwacht niet dat de verhoren grote onthullingen zullen opleveren. „De waarheidsvinding is door het NIOD gebeurd. Die rapportage is heel grondig. Wel houd ik er rekening mee dat we de komende jaren nog nieuwe feiten vanuit het buitenland te horen krijgen. Maar ik verwacht niet dat die een ander licht zullen werpen op de Nederlandse verantwoordelijkheid voor het geheel.”

Evenmin zullen er volgens Van Middelkoop koppen rollen naar aanleiding van de verhoren. Het politieke offer werd immers al gebracht door het kabinet-Kok II, dat opstapte naar aanleiding van het NIOD-rapport. „Deze enquête is heel bescheiden. Hooguit zullen reputaties schade oplopen maar dat betreft dan mensen die toch al zijn terug getreden.”

Wat is dan eigenlijk nog het nut van deze enquête?
Van Middelkoop: „Politiek gezien is het Srebrenica-dossier niet goed afgerond. Doordat het kabinet-Kok was opgestapt, kon er geen verantwoording aan het parlement worden afgelegd. Alleen al voor de verwerking van het nationale trauma is het van belang dat dat alsnog gebeurt. Anders blijft het maar doorvreten. Het is een kwestie van politieke hygiëne. Van Voorhoeve hebben we bijvoorbeeld na 1995 vrijwel niets meer gehoord.”

Onwillekeurig gaan zijn gedachten terug naar een buitenlandse reis met Voorhoeve toen de VVD’er weer gewoon kamerlid was. „Graag had ik hem willen vragen: „Joris, hoe kijk jij er nu op terug?” maar ik had niet de moed om erover te beginnen. Toch was Srebrenica onuitgesproken aanwezig. Daar moeten we van af. Ik verwacht ook wel dat hij er niet voor zal weglopen. Hij is moreel een hoogstaande man.”

Een belangrijke voorwaarde voor het slagen van de verhoren is ook dat de juiste figuren zullen worden uitgenodigd. Van Middelkoop heeft daar, op grond van uitgelekte informatie, zijn zorgen over.

Hij vervolgt: „De enquête mag ook niet uitdraaien op het aanwijzen van zondebokken. Al te vaak is al het beeld gecreëerd dat een aantal Nederlandse hoofdrolspelers min of meer verantwoordelijk is voor de volkerenmoord die daar heeft plaatsgehad. In die val mogen we niet lopen. Er zijn maar twee echte schuldigen: de Serviërs Mladic en Karadzic. Ik zie uit naar de dag waarop zij voor het Joegoslavië-tribunaal in Den Haag moeten verschijnen. Dan staan de echte boeven terecht.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer