Dat concludeert burgemeester Cohen in zijn beleidsnotitie ”Scheiding Kerk en Staat”. Hij lichtte deze zaterdag toe in het dagblad Trouw.Volgens hem is het Amsterdamse stadsdeel de Baarsjes vorig jaar de fout ingegaan door de Westermoskee te vertellen welke vorm van islam deze zou moeten prediken. Hij zegt dat er nooit voorwaarden gesteld hadden mogen worden aan de religieuze invulling van de nog te bouwen Westermoskee.

De grote moskee had het toonbeeld van integratie moeten worden met een liberale moderne invulling van de islam. Achteraf was het een verkeerde tactiek van het stadsdeel, geeft Cohen toe. „Als je subsidie verleent, moet je wel beargumenteren waarom. Een reden kan bijvoorbeeld zijn dat een gebedshuis een bijdrage levert aan de samenhang in een buurt. Maar proberen de leer in een moskee te beïnvloeden door voorwaarden te stellen aan de geloofsbeleving, betekent dat je de scheiding tussen kerk en staat overschrijdt.”

Het PvdA-bestuur van het stadsdeel wilde dat Milli Görüs, onderdeel van een internationale Turkse religieuze organisatie, een convenant tekende waarin de Turkse vereniging beloofde een liberale islam te verkondigen. Ook woningbouwvereniging Het Oosten stelde die voorwaarde voor ze de bouw van de moskee financierde. Het bestuur van Milli Görüs in Duitsland vond dat betuttelend en er ontstond een conflict. De plannen voor een moskee verdween een jaar geleden in de la.

Cohen: „Er zijn spanningen in de samenleving door de snelle opkomst van de islam, op een moment waarop veel Nederlanders vaarwel hebben gezegd tegen hun christelijke geloof. Dat botst op gezette tijden.”

Volgens Cohen wil dit alles niet zeggen dat „wij geen religieuze instellingen mogen steunen, dat wij geen imam mogen inzetten om radicaliserende jongeren aan te spreken, of soms zelfs wat extra steun mogen bieden om een moskee, synagoge of kerk te bouwen. Ja, dat betekent dat we ook een orthodoxe moskee kunnen steunen als we de argumenten hebben dat die moskee daar op z’n plek is.”