Met een rolstoel door Berlijn
Terwijl het voor honderdduizenden Nederlanders vanzelfsprekend is dat ze binnenkort de koffers weer pakken, is het voor mensen met een handicap minder eenvoudig om eropuit te trekken. Ichthus Reizen uit Boskoop, een christelijke stichting die voor deze mensen jaarlijks buitenlandreizen organiseert, zocht afgelopen dagen met negen lichamelijk gehandicapten haar onderkomen in het Duitse Kirchmöser.
Verscholen achter de bomen ligt St. Ursula, het vakantiehuis waar de reisorganisatie voor ruim anderhalve week haar intrek heeft genomen. Het uit witte stenen opgetrokken complex, gelegen aan de Mösersche See bij Kirchmöser, zo’n 80 kilometer ten oosten van Berlijn, doet huiselijk aan.Bij de ingang van het huis hangt een grote poster. Geheel ontoepasselijk is de tekst die erop staat niet: „Ein Mensch sieht was vor Augen ist; der Herr aber sieht das Herz an” (1 Sam. 16:7).
Op het pleintje voor het gebouw zitten in een grote kring de gehandicapten met hun begeleiders. De groep van 21 mensen, inclusief reisleider, pastor en verpleegkundige, heeft de avondmaaltijd juist achter de kiezen en geniet nu na van een intensieve vaartocht op de Duitse wateren. „Op de terugweg kreeg onze buschauffeur een bekeuring omdat hij te hard reed”, vertelt vakantiegangster Jannie Westveer uit Middelburg. „Dat vind ik echt zielig voor hem.”
„Het was een prachtige dag”, zegt reisleider Henk Schra, die zich voor het zevende jaar ontfermt over een groep reislustige mensen met een beperking. „Tot nu toe verloopt alles goed.”
Jannie Westveer kan niet lang stilzitten. Zodra ze haar taart, gekregen ter ere van de verjaardag van verpleegkundige Martha Marchal, naar binnen heeft gewerkt, rent ze naar binnen. „Ik ga Nederland-Roemenië kijken”, roept ze.
Een paar tellen later staat ze weer buiten. „De wedstrijd Frankrijk-Italië staat aan”, meldt ze teleurgesteld. „Binnen zat een meid met zó’n pot bier”, zegt ze, terwijl ze haar handen ver uit elkaar houdt. „Ze zei dat het 1-0 voor Nederland was, maar daar geloof ik niks van.”
Rond halftien is het tijd voor het dagelijkse zanguurtje. Jannie deelt HGJB-zangbundels uit en al snel stijgen op de binnenplaats van het Duitse vakantiehuis de gezangen op naar de oranjeblauwe avondhemel. „Dit is de dag die de Heer ons geeft”, klinkt het. Alfred Schra, de gehandicapte zoon van de reisleider, begeleidt de samenzang op zijn keyboard. Hij speelt alles uit zijn hoofd.
Als alle coupletten van het lied gezongen zijn, breekt Alfred plots het naspel af. „In plaats van ”dag” moeten we ”feest” zingen”, maakt hij duidelijk. „Maar natuurlijk”, reageert een van de vrijwilligers, „dat is voor de verjaardag van Martha.”
Alfred wijst, terwijl hij zijn hoofd schudt, naar de hemel. „Nee”, zegt hij, „daarboven is het altijd feest. Daar ben je altijd jarig.”
Lydia Floor uit Alblasserdam is moe. „Nog één versje”, zegt ze tegen haar begeleidster, „dan moet ik echt naar bed.” Ze mag een verzoeknummer opgeven. „’k Wil U, o God, mijn dank betalen”, heft de groep aan. Een vogel op het dak fluit mee.
Cultuurbarbaar
Stipt om zeven uur staat het ontbijt de volgende ochtend klaar. Een voor een komen de gehandicapten binnendruppelen. Johan Bos uit Driebruggen kijkt slaperig en knippert met zijn ogen. „Ik ben nog niet helemaal wakker”, geeuwt hij, om daarna in een witte bol te happen.
Ruim anderhalf uur na het ontbijt staat de bus klaar voor vertrek. De reis voert naar de Duitse hoofdstad Berlijn en de stemming zit er goed in.
Koos Renkema (36) uit het Groningse Bedum, die op 14-jarige leeftijd een hersenvliesontsteking kreeg, zit bij het raam. „Ja hoor, ik heb het prima naar m’n zin”, zegt hij terwijl hij uit het raam blijft kijken naar de voorbijrijdende voertuigen. Lang kan hij zich niet op een gesprek concentreren. „Was machen Sie nou”, roept hij plots tegen een passerende vrachtwagen. „An der kant, ja!”
Johan Bos, in rolstoel, vindt dat de reis „goed is vol te houden.” „Het is niet erg intensief en ik geniet er best van.” Lachend tekent hij er bij aan dat hij „wel een beetje een cultuurbarbaar” is. „Eigenlijk lig ik net zo lief in de zon op een bergtop.”
De Zwijndrechtse Ria Corvers, spastisch wegens vroeggeboorte, is vol lof over de organisatie van de reis. „Ik ben eens eerder met een gewone reis mee geweest”, vertelt ze, „maar daar heb ik slechte ervaringen mee. Hoewel ze me van tevoren beloofden dat ik mijn rolstoel mee mocht nemen, bleek dat helemaal niet te kunnen. Ik moest toen de hele reis met een rollator lopen; dat was enorm vermoeiend. Hier is het erg gezellig. Iedereen wordt bij de groep betrokken. Er is saamhorigheid en liefde.”
Losers
Pastor Jan van Wijk, in het dagelijks leven voorganger in de hervormde gemeente van het Drentse Een, verzorgt tijdens de reis Bijbelstudies en voert pastorale gesprekken. Van Wijk: „De gehandicapten nemen hun problemen en zorgen van het thuisfront mee. Zo is er iemand die zowel thuis als in de kerk helemaal niet begrepen wordt. Hij vertelde me dat hij daar erg mee zat. Ik probeer zo iemand vanuit de Bijbel handvatten aan te reiken.”
Zondagavond belegde Van Wijk een kerkdienst. Hij preekte over David bij Adullam. „Alle losers kwamen bij David in de grot hulp zoeken”, vat reiziger Aad Vis de meditatie samen. „Zo moeten wij allemaal bij de meerdere David ons heil zoeken.”
’s Morgens bezocht de groep een Duitse dienst in de dorpskerk van Kirchmöser. „Dat gaat er iets anders aan toe dan we in Nederland gewend zijn”, vertelt Van Wijk. „De dominee kwam op z’n motor naar de kerk met een gitaar achter op de rug. Bij aankomst luidde hij eerst de klokken. In de dienst begeleidde hij de samenzang en daarna begon hij zijn preek.”
Getrouwd
Inmiddels is de bus in Berlijn gearriveerd. Als de rolstoelen eruit zijn getakeld en iedereen present is, vertrekt de groep onder leiding van de Duitse Nederlander Wim Hellendoorn naar Schloss Charlottenburg, het grootste paleis van de hoofdstad.
Hellendoorn, die zestien jaar geleden naar Berlijn verhuisde, vertelt over Pruisische heersers, keurvorst Frederik III, de Tweede Wereldoorlog en de financiële schuld van Berlijn. Begeleiders luisteren aandachtig, gehandicapten zijn minder belangstellend. De voet van Wim Westveer wordt ondertussen gemasseerd. „Hij heeft kramp”, legt zijn vrouw Jannie uit.
Wim en Jannie trouwden drie jaar geleden. Wim raakte enkele jaren daarvoor bij een bedrijfsongeval in een fabriek in Middelburg ernstig gewond. Nadat de twee in het huwelijk traden, kreeg Wim een beroerte. Hij zit nu in de rolstoel en communiceren met hem is vrijwel onmogelijk. „Het is best zwaar om hem te verzorgen”, erkent Jannie, „maar we genieten volop van deze reis.”
Maarten Kooy, een opgewekte, belangstellende twintiger die al z’n hele leven in de rolstoel zit, geniet met volle teugen. „Ik vind het een prachtige reis. Ik was nog niet eerder in Berlijn geweest en ik moet zeggen dat ik het een mooie stad vind.”
Na een wandeling door de paleistuinen leidt de buschauffeur het reisgezelschap door de stad. Vanuit de bus kijken de reizigers naar de Hauptbahnhof, de beroemde winkelstraat Ku’damm, de Gedächtniskirche, de Brandenburger Tor, de Reichstag en de praalweg Unter den Linden.
De chauffeur parkeert rond 13.00 uur zijn voertuig bij het centraal station. Weinig geïnteresseerd trekt de rolstoelgroep door het gigantisch grote en gloednieuwe hoofdstation van Berlijn. Een uur later zet het gezelschap zich neer in een parkje op loopafstand van het station om het meegebrachte brood op te eten.
Afgepeigerd
Na de maaltijd begeleidt Hellendoorn de mensen verder door de miljoenenstad. Op naar de Reichstag, het huidige parlementsgebouw van Duitsland. Maar eerst is het tijd voor een sanitaire tussenstop. Voordat iedereen daarmee klaar is, verstrijkt er heel wat tijd.
Het duurt Koos Renkema allemaal te lang. Driftig snuivend tikt hij na een kwartier wachten op z’n horloge. Hij stapt onrustig heen en weer en spuugt op de grond. „Van mij hoeft het allemaal niet meer”, snauwt hij.
Dan gaat hij helemaal door het lint. Tierend en scheldend trapt hij tegen bomen in het park, pakt vervolgens een flinke tak van de grond en haalt die links en rechts over zijn keel. Bezorgd kijkt een van de vrijwilligsters achterom naar het woeste tafereel.
Ze roept Piet Sondy, de persoonlijk begeleider van Koos, erbij. „Volgens mij gaat het daar niet helemaal goed”, luidt haar vrij overbodige constatering.
Piet rent ijlings naar Koos toe en probeert hem tot rust te manen. Het tweetal loopt een eind achter de groep aan. De rust keer weer.
„Sorry”, excuseert Koos zich een halfuur na zijn uitbarsting. „Ik zou willen dat ik me kon beheersen, maar ik kan het niet. Ik vind het echt erg vervelend.”
De tocht gaat van de Reichstag naar de Brandenburger Tor. Een imposant bouwwerk. Op deze plaats konden mensen, op de grens van Oost en West, elkaar wel zien, maar niet lijfelijk ontmoeten; daar stond de kogel op.
De rolstoelen rollen van Oost- naar West-Berlijn, onder de poort van de Tor door. Belangstellend kijken sommigen even omhoog, naar de kolossale bogen. Maar de aandacht is snel verdwenen. Iedereen is moe van de zware dagtocht door een warm Berlijn. Alfred laat een traan. Hij is afgepeigerd. Het zweet staat op z’n voorhoofd. De verzorgster giet water over zijn armen, ter verkoeling. Voorzichtig verschijnt er een glimlach rond Alfreds mondhoeken. „Het is mooi geweest”, zegt reisleider Henk Schra. „Hoog tijd om weer tot rust te komen in Kirchmöser.”
Iets betekenen voor medemens
Een dag of langer op pad met mensen met een beperking. Tal van –kerkelijke– organisaties, ook in reformatorische kring, organiseren reizen voor gehandicapten.
Zo zijn er onder meer stichting De Karavaan, De Bond van Hervormde Vrouwenverenigingen op Gereformeerde Grondslag en Adios Reizen. Ichthus is de enige christelijke stichting die buitenlandreizen organiseert voor lichamelijk gehandicapten, zegt interim directeur Jan Oolbekkink.
De stichting bestaat in oktober tien jaar. Oolbekkink en medeoprichtster Hilda de Heer kijken dankbaar terug: „Het is prachtig om te zien wat we op deze manier hebben betekend voor onze medemens.”
Ichthus ontstond in 1997 uit de vereniging De Hervormde Vrouw. Het jaar daarop organiseerde de stichting de eerste buitenlandreis. Inmiddels vervoerde Ichthus al zo’n 400 gasten tijdens ruim dertig vakanties. Behalve naar Duitsland organiseert Ichthus trips naar onder meer Frankrijk, Italië, Tsjechië en Zwitserland.
Zie ook: www.ichthusreizen.nl.