In Venlo hangt het onbehagen in de lucht
Weer bloemen, weer kaarsjes, weer machteloze brieven. René Steegmans sprak dinsdag twee jongens van 18 jaar aan op hun wangedrag en moest dat met de dood bekopen. Venlo is verbijsterd. „We zijn diepgezonken.”
Een scherpe najaarszon belicht de tientallen bossen bloemen voor supermarkt Jan Linders aan de Sinselveldstraat in Venlo. Op deze plek werd Steegmans dinsdag tegen de grond geslagen. Dinsdag werd hij klinisch dood verklaard; woensdagmorgen is hij overleden. Hoofdverdachte is de 18-jarige K. L., van Marokkaanse komaf.
Een Venlose vrouw, tot tranen bewogen, hangt een papier aan een van de dranghekken rond de bossen bloemen voor de supermarkt. ”Deze held stierf veel te jong”, meldt het blad. „Dit is beangstigend”, licht de vrouw toe. „Waar moet het heen met dit land?”
Diverse omstanders melden problemen met buitenlanders in Venlo. Het onbehagen hangt in de lucht. „Vorige week liepen bijvoorbeeld een paar donkergetinte jongens met een bal te treiteren”, zegt de vrouw. „Niet dat ze de zaak terroriseren, maar je voelt je erg ongemakkelijk. Die jongens zaten bijvoorbeeld hier bij de supermarkt een doodzieke verslaafde met de bal te belagen. Een paar mensen zeiden daar wat van. Het frustrerende is dat die jongens gewoon doorgaan.”
De vrouw vindt het verbijsterend dat Steegmans zijn leven verloor doordat hij het opnam voor een oude vrouw. „Als we zulke mensen verliezen, ziet het er heel triest uit in dit land.”
Een tiental omstanders durfde niet in te grijpen toen het slachtoffer op zijn hoofd werd geslagen. „Mensen steken geen hand meer uit”, zegt een aangeslagen H. Galema, in het dagelijks leven conducteur. „De agressie neemt toe. Twaalf jaar geleden sprak men mij aan met ”meneer.” Nu krijg je allerhande ziektes naar je hoofd geslingerd. We zijn diepgezonken.”
Op de kille parkeerplaats klinkt de roep om zwaardere straffen. „Ophangen”, zegt er een. „Voor altijd opsluiten”, zegt een Marokkaanse toeschouwer.
Sommige brieven tonen iets van een wanhopig cynisme. ”Daders: anonimiteit, begrip, begeleiding, veilige terugplaatsing in de maatschappij. René: niks. Nederlandse politiek: bedankt!” Anders van toon is de tekst bij een Jezusbeeld dat tussen de bloemen ligt. ”Jezus zei: pak geen mes”.
Menigeen op het pleintje voor de supermarkt uit zijn grieven over de problemen die drugsverslaafden en drugsrunners in de stad veroorzaken. „Ik laat mijn vriendin niet in haar eentje in het stationsgebied rondlopen”, zegt Kelly Stoffels (19), uitsmijter in een discotheek. „Overal zitten buitenlandse verslaafden. Schorem. Ze gooien blikjes op de weg en lopen te provoceren. En als je er wat van zegt, heb je een probleem.”
„Met name in het weekend veroorzaken jongeren overlast”, zegt Stoffels. „’s Avonds gaan die gasten zitten imponeren met opgefokte scooters. Ze rijden rustig dwars door een groep voetgangers.”
„Het allochtonenprobleem in Venlo valt best mee”, vindt politiechef A. Hendrix, die met een busje op de parkeerplaats voor de supermarkt staat geparkeerd. „Net als andere steden kent Venlo wat problemen met hangjongeren, zowel autochtonen als allochtonen. Zij laten rotzooi achter en lopen mensen in de weg. Dat is lastig, maar als je het in proporties ziet, vallen de problemen best mee.”
Bagatelliseert u de problemen niet?
„Nee. Dat er nu veel emoties loskomen, kan ik begrijpen. Maar uit onderzoek blijkt dat er in Venlo geen signalen zijn van een onhoudbare situatie. Integendeel, de gemeente is goed bezig in haar jeugdbeleid, in samenwerking met allerlei organisaties.”
In strengere straffen ziet Hendrix niets. „Dat lost niets op. Dit is min of meer een op zichzelf staand geval in Venlo. Schandalig en verschrikkelijk. Het is de eerste keer in dertig jaar dat ik zoiets meemaak. De zaak heeft ook mij diep getroffen. Hier is eigenlijk niets tegen te doen.”
Het onbehagen is groot.
„Anders moeten we onze verantwoordelijkheid nemen. Normen en waarden zijn de afgelopen dertig jaar verwaterd. We moeten eraan werken die normen weer terug te krijgen.”
Ook officier van justitie mr. L. Ummelos, die de zaak tegen de twee 18-jarige verdachten behandelt, wijst op het absurde van de zaak. „Normaal gesproken vindt straatgeweld in het uitgaansleven plaats. Mensen zijn dan onder invloed van pillen en drank. Daar was hier geen sprake van. Iemand wijst twee jongens terecht, in de trant van: Kan het iets rustiger?, en vijf minuten later is de man dood. Dat kun je je toch niet voorstellen. De gedachten zijn kennelijk op een bepaalde manier gestoord.”
Een briefschrijver die zijn epistel bij bossen bloemen heeft gelegd, vraagt zich in gemoede af waar het naartoe moet na het zoveelste geval van zinloos geweld in Nederland. „Al geruime tijd kenmerkt Nederland zich door een politiek van pappen en nathouden, de bevolking steekt maar weer eens wat kaarsjes op en organiseert de zoveelste tocht. We hebben het dertig jaar geprobeerd met een slap beleid, laten we eens dertig jaar proberen met een keihard beleid en dan de balans opmaken.”