H. wordt ervan verdacht dat hij in maart 1984 de 33-jarige Corina Bolhaar en twee van haar drie kinderen in hun woning in de Amsterdamse Argonautenstraat door verwurging en messteken om het leven heeft gebracht. Tevens wordt hij verdacht van de moord op de 22-jarige Ierse Joanne Wilson.

Politie en justitie pakten de zaken enige tijd geleden op, vlak voordat die, na achttien jaar, zouden verjaren. Journalist Peter R. de Vries speelde daarbij een sleutelrol. Hij spoorde getuigen op en drong bij de autoriteiten aan op heropening van het onderzoek. Aldus geschiedde en H., een ex-Hell’s Angel, werd eerder dit jaar opnieuw gearresteerd.

Officier van justitie N. Voorhuis staat voor een groot bewijsprobleem. H. kan alleen worden veroordeeld voor moord. Dat wil zeggen dat de officier moet aantonen dat de misdrijven met voorbedachten rade zijn gepleegd. Kan in de ogen van de rechters alleen doodslag (het doden van iemand zonder vooropgezet plan daartoe) worden bewezen, dan is de officier niet ontvankelijk, omdat de verjaringstermijn voor doodslag reeds is verstreken.

Volgens H.’s advocaten, W. Anker en G. J. van Oosten, kan de officier onmogelijk bewijzen dat het om moord gaat. Het bewijs in de zeer oude zaken bestaat vrijwel uitsluitend uit verklaringen van getuigen die H. hebben horen praten over de moorden. De man was destijds in beide zaken ook al verdacht. In de zaak-Bolhaar zat hij zelfs enkele weken in voorarrest. Wegens gebrek aan bewijs moest de politie H. uiteindelijk laten gaan. Vooral een recent getuigenis van een ex-vriendin van H. deed de verdenking tegen hem herleven.

Anker en Van Oosten betoogden woensdag dat het huidige gebrek aan hard bewijs voor moord ertoe moet leiden dat de voorlopige hechtenis van H. wordt opgeheven. In de zaak-Wilson deelde de rechtbank die mening, in de zaak-Bolhaar niet.

Corina Bolhaar, die destijds een affaire met H. had, werd dood gevonden in haar woonkamer. Ook haar dochter Donna (9) lag daar, gewurgd en doodgestoken. Zoon Sharon (6) lag dood in zijn bedje, eveneens bewerkt met een mes. Hun broertje (1) is door de moordenaar ongemoeid gelaten. Deze situatie is voor de rechtbank voldoende grond voor een ernstige verdenking wegens moord.

De rechtbank zet de zaak voort op 14 januari.