Almelo in rep en roer door gijzeling
Almelo is maandag in rep en roer, nadat een man het stadhuis in gijzeling houdt.
Maandagmiddag, rond halfdrie.Tientallen mensen groepen samen bij de rood-witte afzetlinten op enkele honderden meters afstand van het gemeentehuis.
Verderop lopen politiemensen met kogelwerende vesten rond.
In de buurt van het stadhuis blaft een hond. „Bijt hem in zijn achterste”, adviseert een van de toeschouwers, er kennelijk van uitgaand dat het een politiehond betreft die wordt ingezet bij de overmeestering van de gijzelnemer.
Duidelijk uitgelaten grijpt een meisje, peuk en blikje binnen handbereik, haar mobieltje. „Wéreldnieuws! Echt! De hele binnenstad van Almelo is afgezet.”
De gijzelnemer zou van Koerdische komaf zijn en een conflict hebben met het gemeentebestuur. Hij zou niet de gewenste vergunning hebben gekregen voor zijn café. Maandagmorgen stichtte de man brand in zijn etablissement.
Dat café maakt maandagmiddag een troosteloze indruk. Vlak naast het onderkomen staan brandweerwagens geparkeerd. Diverse ruiten zijn gesprongen. Een bloembak ligt omver. Na de brandstichting zou de gefrustreerde caféhouder zijn eigen auto in brand hebben gestoken en vervolgens het stadhuis zijn binnen gegaan, alweer hij maandagmiddag -onder anderen- wethouder Kuiper in gijzeling houdt. De gijzelnemer zou in bezit zijn van een wapen.
M. E. Fleming, een vrouw die in de buurt van het stadhuis woont, mag haar huis niet uit. De straat voor haar woning is afgezet, om ruimte te geven aan hulpdiensten. „Ik ben ook een beetje gegijzeld”, zegt Fleming.
Ze is verbaasd dat het stadhuis in Almelo het toneel is van een gijzeling. „De oplossing die de man is gekozen, is nogal radicaal.”
Elders in de binnenstad staan oudere heren bij het afzetlint. Opvallend is dat de actie van de gijzelnemer bij deze en gene op begrip kan rekenen. „Ik kan me wel voorstellen dat je door het lint gaat als de gemeente telkens je plannen doorkruist.”
Iets verderop schudt een oudere man zijn hoofd, zijn ontevredenheid uitend over de criminaliteit onder buitenlanders. „Zij zijn vaak bij dit soort dingen betrokken. Hier rijden buitenlandse jongens van een jaar of twintig rond in dure auto’s waar ik niet eens naar durf te kijken. Zij hebben het geld kennelijk wel, ik na ruim veertig jaar nog altijd niet. Ik vraag me af hoe dat allemaal mogelijk is.”